donderdag 30 juli 2009

Wise up

Ik zat in de bioscoop, de film liep op zijn einde en mijn ogen liepen vol.
Ik vocht tegen de tranen, maar er was geen houden meer aan. Vooral doordat Aimee Mann een prachtig liedje zong. Terwijl ik dit typ zingt Aimee weer. Wise up. En ik voel wat ik toen voelde. Wat was ik in de war. Ik wilde niet meer bij mijn jeugdliefde zijn. Wat moest er nou van mij leven worden? Waar moest ik heen?
O wat was ik ook bang. Maar het liedje vertelde me wel een waarheid als een koe. Mijn verwarring zou niet stoppen tot ik wijzer zou worden. Dus dat probeerde ik uit alle macht.
En ik nam de sprong. In het diepe. Op weg naar een beter leven.
Maar ik sprong verkeerd en kwam harder neer dan ik me ooit had kunnen voorstellen.
Wat de beste beslissing van mijn leven was leidde tegelijk tot de slechtste periode in mijn leven. Ik worstel er nog mee, maar kom langzaam boven.
En dat besef ik me des te meer nu ik Aimee hoor en hem op mijn beeldscherm zie.
Ik kijk naar zijn foto, een gelukkige glimlach speelt om mijn mond, en opeens weet ik waar het allemaal goed voor was. De weg was lang, grillig en langs diepe afgronden, maar hij heeft me wel gebracht waar ik nu ben. Bij mezelf. En bij hem.

Helen

Helen. Het is een mooi woord, als je het mij vraagt. Ik krijg er beelden bij van helende handen, ik hoor helende woorden. Er spreekt hoop uit. En de zekerheid dat alles goedkomt.
Ik ben ook aan het helen.
Anderen denken soms dat ik 'er' teveel in blijf hangen. Vragen zich af of ik mezelf misschien eens een psychologische schop onder de kont moet geven. En zeggen daar dan bij dat het niet letterlijk hoeft, omdat ik niet zo lenig ben. Nou dat ben ik dus wel, maar met een letterlijke schop onder mijn o zo leuke kont schiet ik natuurlijk niets op.
Met een psychologische schop onder de kont trouwens ook niet. Want die heb ik mezelf het afgelopen jaar zo vaak gegeven dat ik nu op de blaren moet zitten. De blaren die zoveel etter en pus in zich bergen dat ik mezelf schoon moet wassen, mezelf moet reinigen van de pijn. Verwerken dus. En helen. En alles komt goed.

woensdag 29 juli 2009

Ik vind je lief

Ik vind je lief.
Ik ben blij met je.
Ik heb je nodig.

Zinnen die ik wel kan zeggen tegen X, maar niet tegen iemand anders. Vriendinnen zeggen zulke dingen wel eens tegen me. Ik neem het tot me, voel me verwarmd. Maar terugzeggen kan ik het niet. Ik bedank. Zeg: 'dat is lief van je'. Maar ik zeg het niet terug. Nooit.
En niet omdat ik het niet vind. Ik vind het soms misschien nog wel veel meer dan zij. Maar gewoon omdat ik het niet kan. Niet tegen mijn ouders, niet tegen vriendinnen. Ik heb het gewoon nooit geleerd. Terwijl ik tegen anderen heel goed kan vertellen waarom vriendinnetje die en die zo leuk is en waarom vriendinnetje zus en zo echt geweldig is. Rechtstreeks gebeurt het niet. Wel op kaartjes en in mails of smsjes. Maar live? Vergeet het maar.
Waar ik normaal gesproken (ook volgens de tenenlees-site van de vader van Ferry Somoghi) altijd "aan sta", sla ik dicht op momenten dat het gaat over het hart. Idioot eigenlijk.
Daarom dit stukje. Om iedereen die dit leest (en ik weet wie dat zijn) te laten weten dat jullie belangrijk voor me zijn. Dat jullie mijn leven compleet en meer de moeite waard maken. En ik vind je lief!

Pornosjaaltje

Ik heb een pornosjaaltje. Het is eigenlijk gewoon een sjaaltje. Maar voor mij heeft het een hoog porno gehalte. Reden? Het luipaardprintje en de muntachtige versierinkjes die er aan hangen en rinkelen...
Het is een van mijn meest dierbare bezittingen. Het staat symbool voor wat ik ben. En nee, ik ben niet porno. Maar ik ben wel sterk. Eigenzinnig (hoop ik). En ik weet dat ik mezelf prima kan redden. Alleen op de wereld, waar dan ook. Dat alles voel ik bij mijn pornosjaaltje.
Hoe dat komt?
Ooit was ik op mijn favoriete eiland (dat ook gewoon míjn eiland is, ongeacht dat hij daar nu ook naartoe gaat) en werd ik drie dagen door hem genegeerd. Ik ging door een psychische hel. Totaal niet opgewassen tegen zoveel kilte en ontkenning. Diep verdrietig. Toch zat er ergens in mij nog altijd een stroompje levenskracht, vechtlust, realiteitszin. Ik zat op een prachtig eiland en ik wilde er het beste van maken. Ongeacht zijn (achteraf gezien totaal belachelijke, psychopatische) gedrag. Dus ik pakte de bus. En ik reed naar de hoofdstad van mijn eiland.
Ik bezocht de Cathedraal en liet al die religieuze pracht op me inwerken, ik genoot van de rust en de wijsheid die tot mij kwam door het bouwwerk en de religieuze beelden. Ik fotografeerde. Dronk ergens iets. Slenterde door de prachtige stad. Ik genoot met volle teugen en voelde me sterk... Ik shopte, net zolang als ik wilde, waar ik wilde, zonder enig commentaar van hem. Én kocht toen mijn pornosjaaltje.

dinsdag 28 juli 2009

Happiness is a yourney
not a destination

Oma en geluk

Oma lag op sterven. Haar armen lagen bewegingloos langs haar zij. Het slappe, oude, craquelé-achtige velletje glom nog van al dat harde werken dat ze in haar leven had gedaan. En daaromheen zat, zoals altijd, haar gouden armband. Ik dacht dat hij haar nu wel pijn zou doen, in haar vel zou drukken. En ze kon hem niet meer zelf aan de kant doen of verplaatsen. Dus ik vroeg mijn moeder of ik hem af mocht doen. En we deden hem samen in haar sieradenkistje.
Toen ging oma dood. En ik was verdrietig. Ook omdat de ex het toen wel een geschikt moment vond om het definitief uit te maken. Maar ik kreeg oma's armband. En dat gaf troost. Zo is ze altijd een beetje bij me. Ik bracht hem naar de juwelier om hem op te laten poetsen en het slotje te versterken. En om er 'oma' in te laten graveren. Ik drukte de juwelier op het hart dat hij er zuinig op moest zijn omdat het mijn meest dierbare sierraad was. En kocht nog een bijpassend ringetje voor mezelf, waar ik 'geluk' in liet graveren.
Toen was ie klaar. 'Oma' en 'geluk' altijd bij me. Nu moest het wel goedkomen, dacht ik. En dat was ook zo. Vanaf dat moment ging alles steeds een beetje beter met me. En nu is de ring stuk (maar die maken ze wel weer en dus komt het geluk vanzelf terug). En de armband ook. Niet gewoon stuk, nee, doorgezaagd.
Opeens wilde hij niet meer af. Wat we ook probeerden, hij zat muurvast. Heel gek, precies rond oma's verjaardag. Alsof het een seintje van boven was. En nu heeft de juwelier hem doorgezaagd. Natuurlijk gaat hij hem wel weer repareren, maar toen ik de winkel uitliep stonden mijn ogen vol tranen. Het voelde net of ik oma geweld had aangedaan... Als ze er nou maar goed op passen... want zonder oma om mijn pols voelt alles net iets minder veilig.

maandag 27 juli 2009

Wraak

Eindelijk doe ik het. Ik geef toe aan mijn ware gevoelens. Ik wil wraak. Gewoon om er eindelijk eens wat aan te doen. Om ze een poepie te laten ruiken.
Dus ik ga op pad. In het donker. Want betrapt worden is ook weer niet nodig.

Ik pak mijn fiets en stop de grote stenen die ik in mijn tuin heb opgezocht, in mijn fietstas. Ik trek mijn sjaal nog wat omhoog en mijn muts nog wat omlaag. Mijn haren zitten goed verstopt en ik draag kleren van een vriendin. Als het goed is, ben ik onherkenbaar.

Vol adrenaline ga ik op pad naar de eerste locatie. Een bruidszaak in de buurt, waar ik ooit voor 500 euro het schip in ben gegaan. Nou ja, niet ik, mijn moeder. En dat terwijl de jurk nooit van mij is geweest en de inkoopprijs maar 200 euro bleek te zijn. Wraak wegens mijn moeder. Ik pak de steen en terwijl ik voorbij fiets gooi ik hem keihard tegen de ramen. Rinkeldekinkel....allemaal glasgerinkel. Keihard. De hele buurt zal nu wel wakker zijn, dus onder vluchtig omkijken fiets ik snel weg. Genietend van de zoete smaak van wraak.

Op naar de volgende locatie. Hier geen ramen stuk. Mijn boosheid is al behoorlijk weggezakt. Nee, ik ga alleen eventjes mijn katten aaien en een zakje kattenpoep door de brievenbus duwen. Tja, dan hadden ze maar niet al mijn spullen en katten mee moeten pikken toen het uit raakte. Hij en zijn nieuwe liefje.
Een makkelijke missie en ik ben zo weer weg. Maar toch gewoon heerlijk!

Dan nu het einddoel van mijn rit. Het hoofddoel ook. Zijn huis. Hij die niet genoemd mag worden. Maar wel zovaak in mijn hoofd zit door alle ellende die hij me heeft bezorgd. Soms wens ik dat hij zijn oude hobby motorrijden weer oppakt en zich tegen een boom aanvouwt. Precies datgene waar hij altijd voor vreest. En nee, hij hoeft niet dood. Natuurlijk niet. Maar gewoon voor altijd in de kreukels, dat zou wel lekker zijn. Normaal zou ik me schamen voor zulke gedachten. Ik ben toch een lief meisje? Maar vannacht is alles anders. Vannacht is er niets liefs aan mij. Ik volg mijn primitieve instincten en geniet ervan.

Als ik voor zijn huis sta, stel ik me voor hoe hij daarboven ligt te slapen. Misschien wel met zijn nieuwste aanwinst of gewoon met een liefje voor een nacht. Wat kan mij het schelen. This is the moment. Ik verstop me in de steeg naast zijn huis en wacht op mijn vriendinnen. Ze zouden er bijna moeten zijn. Ah, daar komen ze aansluipen. Allemaal voorzien van muts en steen. Ik moet even lachen. Omdat ze er zo grappig uitzien, omdat ik weet dat ze eigenlijk allemaal heel braaf zijn en omdat ze er voor mij zijn. Nu, in deze nacht.
In de aanslag. Ieder mikt op een ander raam. Ik tel tot drie en dan: Een en al lawaai en glas. De adrenaline giert door mijn lijf. Mijn lach is onuitwisbaar. Wegwezen nu!!!

En dan gaat de wekker.
Het was een droom.
Balen. Of nee, gelukkig maar. Wel de roes van wraak, niet de nare bijsmaak.

Muziek

Er bestaat een club mensen die zich er mee bezig houdt om muziek uit winkels en andere openbare gelegenheden te weren. Ik zag eens één van de zuurpruimerige leden op tv. Het was gehoorvervuiling. Dat was het. Ze wilde rust aan haar hoofd.

Ik vond het gezanik en gezeur. Vroeg me af of die mensen niets beters hadden om zich druk over te maken. En ging weer verder met leven.

Tot afgelopen weekend. Ik zat in een heel leuk restaurant met drie van de meest dierbare mensen in mijn leven. Het eten was heerlijk en de sfeer opperbest. Alleen die muziek.

Alle tranentrekkers passeerden de revue. Van Chicago tot The Jacksons. De anderen hebben het misschien niet eens gehoord. Maar bij mij ging elk nummer door merg en been. Precies het repertoire waar ik melancholisch van word, dat me terugsleept naar momenten waar ik niet wil zijn als ik gezellig zit te eten. Mijn gevoelige snaar werd geraakt en het etentje werd anders. Ik wilde huilen. Mijn emotie kwijt.

Maar eigenlijk wilde ik gewoon dat de muziek stopte. Weg met dat gepingel in mijn oor. Geef mijn oren, maar vooral mijn hart en hoofd eens rust. Laat me genieten van de muziek in mijn hoofd. Ik wil mijn eigen deejay zijn.

Ben ik nu net zo'n zuurpruim geworden? Nee, natuurlijk niet. Het was alleen daar en op dat moment. Muziek is essentieel. Muziek is levensvreugde. Zonder muziek geen omlijsting bij alle mooie nieuwe herinneringen die zich elke dag vormen in mijn leven.
Maar soms zou ik willen dat ik overal en altijd de aan- en uit- knop mocht bedienen.

Pronte Prontó!

Ik bekijk de foto's op haar hyves. Ze poseert in bikini op een steen.
Voor ieder ander lijkt het misschien een beetje ijdel. Of misschien gewaagd, of juist een hele gewone foto. Maar niet voor ons. Niet voor mij.

Niet lang geleden zat ik nog aan haar bed in het ziekenhuis. Zag ik de slangetjes uit haar lichaam komen. Het bloedige vocht in flessen stromen. Zag ik de pijn op haar gezicht. En voelde ik haar opluchting. Eindelijk weer borsten. En als bonus een platte buik.

En nu was ze in haar favoriete land. In haar favoriete bikini. En had ze haar ziekte overwonnen. De kanker eruit. Het levensgeluk erin.

En wat een pronte tietjes! Prontó! Ze is trots. En ik ook.

Bijna jarig

De dag dat ik weer een jaartje ouder wordt, qua cijfers dan, nadert met rasse schreden. Het maakt me ervan bewust dat er weer een jaar voorbij is gegaan. Het laat me nadenken over dat jaar. En over mijn vorige verjaardag.

Er is sindsdien zoveel gebeurt en toch lijkt het maar zo kort geleden. Toen was ik op mijn eiland. Mallorca. Dronk een cocktail met NM en wist dat het goed zou komen. Ik keek vooruit naar al het moois dat voor me lag. Een veelbelovend jaar.

En nu kijk ik terug. Het jaar heeft gebracht wat het beloofde. Alles ging goed en zat mee. Ook dit jaar kan ik op mijn verjaardag vooruit kijken naar mooie dingen in het verschiet. Ik ben dus gezegend.

Maar toch voelt het ook alsof ik de tijd niet goed heb gebruikt. Ik snap niet dat verwerking zoveel tijd kost als het goed met je gaat. Ik snap niet dat ik nog verdriet kan hebben over oud zeer. Ik snap niet dat ik nog nadenk over hem. Ik snap niet dat mijn muur nog steeds overeind staat. Ik snap gewoon niks van mezelf.

Ach, gelukkig lacht het nieuwe jaar me toe. Kan ik alle dagen gebruiken om dichter bij het moment te komen dat de verwerking voltooid is. Het moment dat ik het laatste steentje uit mijn rugzak gooi en weer rechtop kan lopen. Als dat moment komt, vier ik meer dan een verjaardag. Dan vier ik het leven.

Het poesje en de kater

Ik moet me weer eens opwinden. Ik kan niet anders. Bij zoveel dommigheid valt mijn mond open en stijgt mijn hartslag. Ik wind me op.
Over de man van één of andere Atomic Kitten. Wie kent ze niet? Je weet wel van die zoete liedjes...eentje begon geloof ik met: Lookin' back on when we first met, I can not escape and I can not forget, beebie you're the one, you still turn me on, you can make me whole again.
Prachtige tekst. Gezongen door prachtige meisjes. En prachtige meisjes krijgen prachtige vriendjes en trouwen daarmee. Zo ook dus een Atomic Kitten. Ze sloeg één of andere eerste klas Kater aan de haak. Als je hem mag geloven, tenminste. Hij vind zichzelf een prijs voor vrouwen en verwacht van zijn meissie dat ze goed voor zichzelf zorgt. Dat zegt ie op internet. Tot zover niet veel aan de hand. Hij mag best een beetje blij met zichzelf zijn en ik vind ook dat je als vrouw goed voor jezelf moet zorgen. Als man trouwens ook.
Maar meneer Kater en ik verschillen kennelijk nogal van mening over wat je onder 'goed voor jezelf zorgen' moet verstaan.
Zijn meissie was namelijk wat aangekomen. Ze had maat 42!!! Shame on you Atomic Pig! En nu was ze niet meer om aan te zien. Een wanstaltig gedrocht dat niet goed voor zichzelf zorgde!!! En tja, dan wordt het dus tijd om de echtscheidingspapieren toe te sturen. Dumpen die hap.
Nou, Meneer Kater is wat mij betreft de loser van de week. Die meid zag er, ook met haar maatje 42, skitterend uit. Echt een hottie. Kan zo nog 10 kilo bij en de mannen blijven hun hoofden voor haar draaien. Maar Meneer Kater vond het niks.
Hopelijk kijkt het Atomic Kitten meisje nooit meer terug naar "when they first met" en kan ze prima "escapen" en "forgetten" dat hij ooit "the one" voor haar leek. Ik weet zeker dat er een andere, echte hunk [mooi van binnen en van buiten] is die haar weer "whole" kan maken.

Rotte vis en verse vis

Ik ben gek op vis. Dus we gingen een visje eten op Texel. Een harinkie om precies te zijn. X ging vast zitten, want hij had een zere knie. Ik bestelde. Met de verste visjes op mijn dienblad liep ik naar buiten. Hij had een mooi plekje uitgezocht. In de zon onder een boompje. Echt vakantie. Heerlijk. De beentjes languit en het visje in de mond. Ik genoot.

Totdat naast ons een gezinnetje ernstig opspeelde. Had ik ze eerder al ergens zien zitten met oma en gedacht aan mijn eigen omaatje, dat ook altijd zo gezellig met ons meeging en ontzettend genoot. Nu lieten ze zich van een andere kant zien. Met name moeder dan. "Godv***, niet aan je broek! Nou zit er weer vet in! Ik had nog zo gezegd dat je een servetje moet gebruiken!" Wat ze verder zei, weet ik niet exact, maar ze had hem net zo goed uit kunnen maken voor rotte vis. Ze ging in ieder geval nog even door. Op volle sterkte. Dus we konden allemaal meegenieten. De zoon, de dader van de vetvlek, probeerde nog wat tegen te sputteren. Maar niets hielp. Moeders was boos. En ze vloekte ook nog! Dan moet je sowiezo niet bij mij zijn, maar dat geheel terzijde.

X merkte droogjes op dat moeders kennelijk net was gearriveerd en nog een beetje moest onthaasten. Ik kon alleen maar bevestigend knikken. Vol verbazing. Alsof het een antropologische studie was, hielden X en ik het gezellige familietafereeltje nog even in de gaten. Moeder trok wat bij. Probeerde haar zoons enthousiast te krijgen voor een roofvogeltochtje ofzo. Nou, al had ze aangeboden naar Disneyworld te gaan, die jongens kreeg je na haar tirade nergens meer enthousiast voor.

Na een poosje begon de vetvlekkenmaker toch nog even over het incident. Hij had namelijk helemaal zijn hand niet aan zijn broek afgeveegd. Gewoon aan de leuning van de stoel. En er zat helemaal geen vlek. Moeders reageerde niet.
X analyseerde dat dat nu ook niet meer kon. Anders zou ze haar autoriteit verliezen. Hij had gelijk. Oma nam nog maar een hapje verse vis en deed net alsof het heel gezellig was.

X vroeg me om later nooit zo'n moeder te worden. Ik beloofde hem dat. En we namen, net als oma, nog maar eens een hapje verse vis. En wij hadden het echt gezellig.

Genomen door RTL

Ik voel me genomen. Ik zou het liever platter zeggen, maar dat doe ik niet. Niet helemaal mijn stijl. Maar ik voel me genomen dus. Door RTL4 om precies te zijn.
Word ik eerst jaren doodgegooid met Life and Cooking, om vervolgens maanden te vernemen dat ze er bijna mee ophouden (joechei, iedere keer weer een dansje op de bank), lees ik nu dat Carlo en Irene in het nieuwe tv-seizoen gewoon terugkeren op hetzelfde tijdstip. En ik maar denken dat er nu wel iets leuks te zien zou zijn voor Studio Sport.

Met een ander programma. Zeggen ze. Een andere sponsor dan Unilever. Denk ik. Want het zal niet alleen meer gaan over koken. Ging het over koken dan??? Ja, er werd wel eens wat gekookt door een kok, waarvan je je iedere keer weer af kon vragen, istie het wel of istie het niet? Homo, dan hè. Niet dat het mij wat uitmaakt, maar bij hem was het gewoon zo overduidelijk dat je je ging afvragen of je het nou goed zag.
Enniewee, dat koken was volgens mij maar bijzaak.

Het belangrijkste onderdeel van de show was volgens mij de twee uur durende egotrip van Carlo, terwijl hij Irene meesleepte zoals een kind aan één armpje al jengelend meegesleept kan worden richting tandartsstooel of balletles. Een egotrip waarin zijn andere baantje als musicalster/musicaltalent/musicaltopper vaak de boventoon voerde. En als dat niet de boventoon voerde speelde de chagerijnigheid van Carlo vaak op. Je kan op een of andere manier toch merken dat het een moederskindje is. Het valt me nog mee dat ie niet af en toe stond te stampvoeten op momenten dat gasten meer aandacht kregen dan hij.

En dan Irene. Een uit de klei getrokken moeke met een totaal gebrek aan originaliteit of talent... Weet je nog, Telekids. Dat was Irene. Met haar pony, staart en pluizige krulletjes. Een soort razende reporter voor alle rangers van het WNF. Irene is geen showbabe, Irene wil helemaal geen typetjes doen [en is daar nou ook niet bepaald de beste in]. Irene wordt gewoon meegesleept door Carlo, want ja, ze zijn nu eenmaal een duo. En als Carlo wat wil, dramt ie gewoon net zolang door tot Irene zich laat meeslepen. Anders heb je geen duo natuurlijk.

En dus mogen we komend seizoen weer elke zondag genieten van het meest succesvolle duo van de Nederlandse tv. Wat een armoe. Geer en Goor hebben nog meer talent.

Gelukkig heeft mijn tv een uit-knop. Maar helaas moet ie om zeven uur weer aan voor dat andere enorme talent van de Nederlandse tv. Mag ik dat zo sarcastisch zeggen? Ja, dat mag ik zo zeggen. Toch Mart?

Sjeu

Sjeu is als jus
de kers op de taart
Sjeu maakt dat je nét iets meer opzien baart

Opluchting

Hoe is het mogelijk dat iemand anders precies kan opschrijven wat ik heb meegemaakt?
Gisteren ben ik begonnen in een nieuw boek. "Eten, bidden, beminnen." Ik vond het wel eens tijd om dat te doen aangezien ik het een jaar geleden al van een vriendin heb gekregen. Het leek me eerlijk gezegd helemaal geen leuk boek, veel te zweverig... En toen ik op de kaft las dat Oprah vond dat je het aan al je vriendinnen kado moest doen, was alle interesse als sneeuw voor de zon verdwenen.

Maar gisteren dus niet. Ik dacht, "laat ik gewoon eens beginnen". En het was alsof ik mezelf aan het woord las. Onvoorstelbaar. Bijna dezelfde manier van denken en schrijven. En inhoudelijk zo raak. Voor ik het in de gaten had, moest ik door mijn tranen heen lezen.

Geen tranen van verdriet, maar van opluchting ofzo. Want er zijn dus meer mensen die net als ik kiezen en leven. Er zijn dus meer mensen die gigantisch op hun snuitje gaan en toch gewoon weer opkrabbelen en zelfs heel gelukkig worden.

Ik hoop alleen niet dat ik om alles écht te kunnen verwerken, net als de schrijfster, helemaal naar India, Italië en Indonesië hoef te reizen. Ik zoek het maar wat dichter bij huis...

zondag 26 juli 2009

Dierenarts-watje

Ik loop terug van het huis van mijn broer als ik hem hoor voordat ik hem zie.
Miauw. Miauw.
Hij klinkt een beetje boos. Zo van: 'wat ben je vaak weg' of 'waarom mag ik niet alleen in de kamer zijn?'. Misschien zegt ie wel gewoon 'ik heb honger'. Of misschien hoor ik al die dingen wel, juist omdat ik me tekort voel schieten als baasje.

En dan zie ik hem. Hij steekt zijn kop uit een struik en kronkelt zijn lichaam er vloeiend achteraan. Hij loopt me tegemoet en dan zie ik iets. Een dikke bult op zijn kop. De schrik slaat me om het hart. De tranen springen bijna meteen in mijn ogen...
Ik denk meteen dat hij doodgaat. Ik roep hem en aai over zijn kopje om vervolgens met zekerheid vast te stellen dat ie een gigantische bult heeft. Dit kan niet goed zijn. Zoals altijd, wanneer het Veer betreft, schrik ik me wezenloos en ga ik uit van het ergste...een watje voor de poes.

Met hem in mijn kielzog loop ik snel naar huis. Met benepen stem vertel ik X dat Veer ziek is. Het huilen staat me nader dan het lachen. We moeten NU naar de dierenarts. En dat kan gelukkig. We stoppen de kleine man in zijn reismandje en ik verwacht onderweg het nodige protest van meneer te horen. Maar hij is muisstil. En dan weet ik het zeker. Dit is ernstig.

Wat nou als ik hem kwijtraak? Opeens weet ik weer hoe blij ik met hem ben. Hoe hij bij mijn leven hoort. Dat hij de enige getuige is van al mijn rare bokkensprongen, vreugde en verdriet. En dat hij, zoals X terecht opmerkt, nog echt wel moet komen wonen in zijn huis. Natuurlijk kan ik hem ook bij de volgende fase in mijn leven niet missen.

Ik leg X uit dat ik een watje ben bij de dierenarts en dat ik vroeger zelfs huilde bij programmas over dierenartsenpraktijken. X reageert niet, denkt misschien dat het niet zo'n vaart zal lopen. Maar eenmaal ter plaatse ziet hij met eigen ogen dat zijn stoere meissie alles behalve stoer is. Tot drie keer toe houd ik de kleine man niet goed vast bij zijn nekvel en kan hij ontsnappen aan de dierenarts. Ik sta er bedremmeld en sullig bij. Praat met een benepen stemmetje. Bang voor het slechte nieuws.

Als we naar huis rijden is alles anders. Alle goede voornemens over poezenverwennerij ben ik ineens vergeten. Het was maar een abces. Niets ernstigs. Maandag nog even een prikje halen en hij komt er wel weer bovenop.

Maar nu ik hier zit. Met Veertje aan mijn zij. Weet ik heel zeker dat hij nog ontzettend lang bij me moet blijven. Op naar de volgende levensfase. Hij en ik, samen op koers. Hij het watje van de buurt. Ik het watje voor de poes.

Hollen of stilstaan

Bang voor de stilte
voor mijn hart
hol ik door

door roeien en ruiten
door zomer en zon
door regen en wind

ik stop niet
bang om stil te staan
en mezelf tegen te komen

door lachen en huilen
door liefde en haten
door hitte en kou

om pas stil te staan
als ik alle balast van me heb afgeschud
als ik weet dat ik alleen nog mezelf ben

Wie ben ik?

Het was ooit een programma, twee afleveringen leuk, daarna was je wel flauw van Andre en Ron met die troelala van een Caroline ertussen in. Maar toch speelt de titel van hun programma zo nu en dan door mijn hoofd. Omdat ik me realiseer dat het de vraag is die ik moet beantwoorden.

Wie ben ik?
Ik weet alleen wie ik was. En wie ik wil zijn. Maar ben ik er al?
Nee. Ik ben de gepokte en gemazelde versie van mezelf. Die met deuken en muren en horten en stoten. En ik baal er van. Ik baal van de chaos in mijn hoofd. Die overal en altijd aanwezig is. Ook als ik sta uit te waaien op het strand. Ook als ik in een heerlijk boek lees. Het is crisis in mijn kop en crisis in de krant.

Net als in de recessie ben ik op zoek naar een nieuwe balans. Een balans tussen vechten en vrijen, een balans tussen toekomst en verleden, tussen meisje en vrouw. Waarom hebben ze me nooit verteld dat opgroeien, volwassen worden, leven, zo ingewikkeld was? Waarom heb ik de verkeerde wegen bewandeld om uiteindelijk zo verdwaald te raken?

Er stonden toch genoeg bakens van licht aan mijn zij, ik had toch best goede gereedschappen en landkaarten van huis uit mee gekregen? Niets van dat al heeft kunnen voorkomen dat ik de weg en mezelf ben kwijt geraakt. En niets lijkt nu te helpen met het vinden van mezelf. Met het plaatsen van de puzzelstukjes van mijn leven.

Maar ik zet stug door. Luctor et emergo! En dan zien we wel welke 'ik' komt bovendrijven. Een leuke versie in ieder geval...dat weet ik zeker.