donderdag 2 juli 2009

Terras

Daar zaten we dan. Oud Hof-tutjes, als vanouds op pad. Heerlijk op het terras van de DVD. Drankje en olijfjes voor de neus. Geen wijn, want zij is zwanger en ik aan de lijn.
Maar we hadden lol. En genoeg teksten. Veel te lachen. En heerlijk mensen kijken. Want dat is toch eigenlijk wel het leukste van het terras. Die eindeloze stoet mensen die voorbij trekt. Hoe warmer het wordt in Nederland, hoe moeilijker mensen het vinden om passende kleding aan te trekken. Dus genoeg te zien en te gniffelen.

Al zullen mijn mede terrasbewoners ook wel hebben gegniffeld toen ik richting het toilet ging met de afdruk van de stoel permanent in mijn blote benen gekerfd. Maar goed, er zat een fruitig hoofd op en dat compenseert, hoop ik.

Al mensen kijkend zagen vriendin en ik op links een heel jong meisje stevig lurken aan een sigaret. Ik keek nog eens. Zo jong en dan al roken? En dan al op hakken? En dan al semi-sexy gekleed? Waar gaat het heen met de wereld, dacht ik bejaard.
Toen ik echter beter keek en vriendin me er op wees dat moeders gewoon bij het meisje zat, viel ik bijna van mijn - totaal onconfortabele, in mijn billen prikkende, wiebelige - stoel. Moeder en zuslief rookten gezellig mee met het meiske. ALs ketters de ene met de andere aanstekend. Ze was hooguit veertien. En zuslief hooguit zestien.

Vriendin en ik gingen er maar eens goed voor zitten. Bij nadere observatie bleek moeders te beschikken over een rokersgebit uit de categorie carnavalsartikelen. Het leek wel zo'n nepgebitje of alsof ze met zwarte verf een heksengebitje had geschilderd. Doodeng. En gewoon met open mond lachen hè. Kennelijk geen spiegels in huis.
Maar het ergste van alles was dat moeder en dochter wijntje na wijntje wegtikten. Zestien jaar hè, hooguit. Minstens drie wijntjes per persoon. Ik dacht en zei maar weer eens: waar gaat het heen met de wereld? Vriendin vond het ook. We fronsten en dachten aan onze fijne opvoeding en alle kansen die we daardoor in het leven hadden gekregen.

Ze hadden ook nogal wat geluid, dat drietal op links. Eerst omdat moeders het grappig vond om namens het jongste kind een smsje naar een jongen te sturen. Dochterlief vond dat natuurlijk geen goed idee en dat mochten we allemaal best weten want haar sms-bundel was bijna leeg. Vervolgens kwam er gekibbel omdat moeders vooral met haar oudste gezellig deed en de jongste zich miskend voelde. En tja, toen ging de wijn om. Weer rumoer op links.

Bij het betalen werden we getrakteerd op een knetterend uiteinde. Moeders sprak de serveerster erg boos aan op haar gedrag. Ze voelde zich niet netjes behandeld (ondanks dat ze gewoon een gratis nieuw wijntje had gekregen) en ze liet zich echt niet door een ander zeggen hoe ze zich gedroeg. De wijn aan het woord. En de dochters stonden er schaapachtig bij. Net de boze stiefmoeder met de lelijke stiefzusjes van Assepoester. Hoe is het daar eigenlijk mee afgelopen? Daar hoor je nooit iets over in die sprookjes...

Met deze twee zal het wel niet helemaal goed aflopen, vrees ik. Weinig kansen met zo'n opvoeding en moeder. Treurig. Niet alle sprookjes lopen even mooi af.

woensdag 1 juli 2009

Vraag van de dag



Wat is het allermooiste nummer van Michael Jackson? En het allerslechtste?

De vlieger


De zomercolumns in het ochtendjournaal zijn er weer. Meestal een te kort stukje over iets net niet boeiends. Net als vanochtend. Totaal geen nieuwswaarde. Maar goed. De correspondent in China was aan de beurt en hij ging het hebben over vliegers. Saai dacht ik. Tot ik me opeens realiseerde ik me dat ik best iets heb met vliegers.

Vliegers en Texel. Buiten het eiland was er nooit een vlieger in mijn hand. Maar op het eiland heb ik toch best wat uurtjes vliegerplezier beleefd. Het begon met vliegers bouwen op de camping met mijn oom. Van dun papier en stokjes van balsahout. En ze deden het ook nog. Het had altijd iets magisch als die dingen weer aan een touwtje in de lucht bungelden.
Al gauw was één zo'n suf stilhangend vliegertje niet genoeg en kwamen er rijtjes vliegers, gevolgd door kleine deltavliegers, voor in de plaats. Dan kon je ze tenminste heen en weer bewegen en een beetje stunten. Voor zover je dat stunten mag noemen. Wij vonden het in ieder geval leuk. Maar dat kan natuurlijk altijd groot, groter, grootst. En dus kocht mijn broertje enorme "kites". Opeens is een Nederlandse benaming dan niet meer passend. En daar moest dan een "buggy" bij. Ik zou zeggen een wagentje, maar hij zei buggy. Waarmee je achter je vlieger aan kunt racen over het strand enzo. Heel stoer... Ik mocht er niet in. Het vereiste talent.

En dan is er nog het liedje van André Hazes. De vlieger. Ik vind het mooi. Vooral om mee te blèren in mijn zogenaamd Amsterdamse accent. X kan er niet naar luisteren. Niet omdat ik zo vals zing, maar omdat zijn moeder er helaas niet meer is. Het doet hem pijn. En mij dus ook. Dus zing ik niet mee als hij er is. En sla ik mijn arm om hem heen als we er naar luisteren.

In de zomercolumn vertelde de correspondent dat de vlieger uit China komt. En een oud Chinees mannetje legde uit dat de vlieger je dichter bij de hemel brengt. Communicatie met daarboven. Het spirituele element raakte me opeens. Een prachtig idee. André verwoorde dat op zijn manier. En ik voel het nu op mijn manier. X en zijn moeder. Ze is nooit echt weg. Misschien toch eens een vliegertje oplaten... om dichterbij haar te zijn.

dinsdag 30 juni 2009

Broer

Soms, op verjaardagen ofzo, duiken er weer allemaal leuke anekdotes op uit mijn jeugd. Mijn jeugd en die van mijn broer. Mijn broer was net iets minder voorzichtig en verlegen dan ik. En dus zijn er meer leuke anekdotes over hem dan over mij.

Als ik terugdenk aan de momenten dat die anekdotes zich hebben gevormd vervult dat mij standaard met een gelukzalig gevoel. Ik had een leuke jeugd. En hij ook.

Zo kan ik me herinneren dat we met mijn ouders en oom en tante, neef en nicht (oké mijn broer noemde ze in een kaartje kenissen -en dus niet kennissen- omdat ze niet familie waren, maar goed) in de Sluftervallei op Texel waren. Het was prachtig weer en we hadden een heel eind door de schitterende natuur gelopen om ergens vlak bij zee te spelen en te zwemmen. Totdat mijn broer ineens in een roestige spijker stond. En pijn had. Logisch. We moesten terug, want het was best ernstig. Hup, broer bij mijn vader op de rug en wij er in kolonne achteraan. Roept ie, ongeveer 6 jaar oud, ineens: "ik wil met de straaljager naar Wopke toe!".
Het is één van zijn gevleugelde uitspraken geworden. Wopke was namelijk het konijn dat we thuis hadden gelaten. Skitterend.
Eén van zijn andere machtig-mooie uitspraken was: "Au, mijn ribbelkast". Dit prachtexemplaar deden we op toen hij van een duin af was gedonderd. Wederom op Texel.
Voordat het zover kwam was hij al bekend om zijn "Colaslaatjes". Leuk woord als je nog geen "chocolaatjes" kunt zeggen.
Toen hij wat groter werd heb ik vooral gelachen om de idiote situatie waarbij een buurjongen het nodig vond om hem bij een visruzietje de sloot in te meppen. De buurjongen was zo'n echte, uit de klei getrokken boer en mijn broer was nog zo'n scheetje. Belachelijk natuurlijk. Maar wel gelachen.
Echt tranen met tuiten heb ik pas gelachen toen we eens zaten te eten en mijn broer te laat kwam. Al gauw werd duidelijk waarom hij te laat was. Aan het eind van de straat kwam hij aanslenteren met de fiets aan de hand. Lekke band natuurlijk. Maar dat was niet het hilarische aan alles. Nee, dat was zijn kapsel.
Hij had zijn haar laten blonderen. Maar dan niet in het bescheiden soort blond. Nee, peroxide, pisgeel, lichtgevend blond. Werkelijk géén gezicht. En maar stoer kijken. Prachtig. Vooral vanwege de discussie die mijn ouders voerden in de ogenblikken dat hij naderde. Moeders vond het leuk en rebels. Was vroeger ook zo. Vaders flipte zijn behoudende pan uit. Hoe kon die jongen dat nou doen? Wie zou hem nog serieus nemen? Het is toch afschuwelijk enzovoort. En ik maar lachen. Tot huilens aan toe.

Jammer dat er over mij niet zulke heerlijke verhalen te vertellen zijn.

Tegelbuik

Ik ben een tegelkind. Een kind van een tegelman. Mijn hele leven heb ik aan tafel nooit anders gehoord dan over tegels en tegelzetters. Geen tegels voor buiten, tegels voor binnen. En nee, dat noem je geen plavuizen. Ik niet.

Mijn vader en broer kunnen alles maken met tegels en dat vervult mij met trots. Nou ja, bijna alles.
Vroeger, toen ik net ongesteld was en daar de nodige buikpijn van ondervond, wist mijn vader soms niet wat hij daar mee aan moest. Mijn vader is het type, stoer en sterk maar kom níet aan zijn dochter, dan is het een watje eerste klas. Dus als ik weer eens buikpijn had zocht hij, zoals een echte man betaamt, naar oplossingen.
Ik kan me nog goed herinneren dat hij dan vaak zei; kon ik maar een buik van tegeltjes voor je maken. En dan lachten we even naar elkaar.
Zo lief. Zo'n vader die het liefst een buik van tegeltjes maakt voor zijn kleine meisje. Ik zag het dan ook al helemaal voor me. Een buik met allemaal mozaiekjes en nooit meer pijn. Maar ja, dat kon ie dus net niet voor me regelen.

Een mooie badkamer, een mooie tegelvloer, een mooie keuken. Dat alles heeft hij wel voor me geregeld. En nog veel meer lieve dingen. Ik heb er in ieder geval een tegelhart aan overgehouden.

En als ik nu nog wel eens last heb van de rode vlaggetjes week denk ik aan mijn vader en zijn tegeltjes. Het had toch best handig geweest. Zo'n buik van tegeltjes. Maar gelukkig staat die buikpijn voor iets potentieel moois. Kleinkinderen voor mijn lieve vader. Die vast een geweldige opa zal worden. Opa Tegel.

De vlinder


Open je ogen maar
En zie wat ik zie
Ik weet hoe mooi je bent
Maar jij weet het zelf nog niet.

Het komt allemaal goed
Wacht nou maar af wat de tijd met je doet
Het is nu nog te vroeg
Alles wat groot is begon ooit klein
Je hoeft niet meteen een vlinder te zijn

Weet dat de tijd zal je helpen, geloof maar gewoon wat ik zeg
Al lijken je kleurrijke vleugels voor eeuwig gevangen
Ja, toch op een dag vlieg je weg
Hoog in de lucht
Zul je de wereld heel anders gaan zien
Voel je de rust
Zul je genieten ook als het maar even is
Adem het in
Durf, dan ontdek je de liefde misschien
En als je haar vindt

Voel je bij iedere slag die je maakt dat je leeft
Als je geduldig bent
Gebeurt het vanzelf
Als je genieten wil
Wil het dan niet te snel

Het komt allemaal goed
Wacht nou maar af wat de tijd met je doet
Het is nu nog te vroeg
Alles wat groot is begon ooit klein
Je hoeft niet meteen een vlinder te zijn.

Vraag van de dag


Waarom zeggen mannen die een praatje met me willen maken dingen als: 'kijk niet zo chagerijnig'?
Alsof ik dáár vrolijk van word en zin krijg om met ze te praten!

Fem draait door

De zomer draait door. De zomervariant van De wereld draait door. Elke werkdag op de buis. Met Froukje en de vriend van Sophie Hilbrand. Of met Froukje en de presentator van Peking Express (die zat toch bij Net5?). Heb nog geen aflevering zonder Froukje meegemaakt. Dus misschien beïnvloedt dat mijn 'doordraaien' in negatieve zin.
De zomer draait door. Een soort van ernstig slap aftreksel van DWDD. Kweekvijver voor wannabe Mathijsen. Zomeruitverkoop van de VARA.

Ik draai dus door. Als ik kijk naar De zomer draait door. Wat een triestigheid bij elkaar zeg. De presentatie-popjes kunnen net autocue lezen volgens mij. Het gaat zo hakkelig...je zou bijna denken dat ze pas net hebben leren lezen. Of dat ze een brilletje nodig hebben. Glazig staren ze in de camera...de pupillen heen en weer schietend. Als bange hertjes voor de koplampen van een auto.
Om over het gestotter van 'het vriendje van' maar niet te spreken. Zodra hij moet freestylen, dus gewoon zijn eigen hersentjes moet gebruiken bij het formuleren van zinnen, begint ie te hakkelen. Het zou schattig zijn wanneer hij me op die manier in de kroeg aansprak. Of wanneer hij het gebruikte in één van zijn rollen van sukkeltje in een Nederlandse film. Maar op tv stoort het me mateloos! Als je trillende handen hebt wordt je toch ook geen schilder! Schoenmaker blijf bij je leest. Acteur wordt geen presentator! Niet als je moeite hebt met improvisatie en communicatie.

En dan Froukje. Vond ik haar nog een leuk, schattig en tof wijffie bij SixPack, nu erger ik me kapot. Ten eerste aan haar snee in haar wenkbrauw. Die ziet er zo opgepoetst uit, alsof het een handelsmerk is geworden. Borstel die haartjes er lekker overheen kind. En borstel je gewone haar ook eens. Iedere keer die zichtbare rand in haar bruine lokjes van waar tot voor de uitzending een elastiekje zat. Geen porum.
En dan die eeuwige glimlach van poppetje Frouk. Vol adoratie lijkt ze naar alle gasten te kijken. En je ziet haar onderwijl denken; 'ik moet goede vragen stellen, ik moet scherp zijn, ik moet de schoenen van Mathijs van N vullen'. Nou, dat lukt dus niet helemaal, hè Frouk? Ach...koetsie koetsie koetsie. Tja, bij zo'n klein mensje met zo'n hoog stemmetje krijg ik de neiging om te troosten als ik niet zo lief doe.

En die man van Net5. Ach, het bruist niet van de tv af en is net zo gemaakt als die andere twee, maar het is te verdragen. Vraag niet waarom, maar hij valt mee. Denk ik nu nog. Misschien denk ik daar na twee nieuwe afleveringen anders over. Als ik dat nog red, twee afleveringen kijken...Misschien draai ik dan te ver door.

De roze bril is er nog

Als ik denk aan toen heb ik daar allerlei plaatjes en gevoelens bij. En die gevoelens, die doen het 'em. Die vertroebelen de realiteit en maken het daardoor onmogelijk mijn eigen geschiedenis te begrijpen.
Het is die roze bril waar ik het wel eens over heb. Het uitbannen van negativiteit en het teren op goede herinneringen. In de meeste gevallen ontzettend handig. Maar wanneer je iets naars wilt verwerken, zit die roze bril alleen maar in de weg. Want nare tijden lijken daarmee immers een stuk rooskleuriger. Zo rooskleurig dat je die nare tijden zelfs wel eens mist. En ja, dan wordt het dus echt verwarrend.
Aan de ene kant wil ik heel graag de rasoptimist, de dromer en de positivist blijven die ik ben. Maar aan de andere kant vond ik ook graag het knopje waarmee ik een en ander even uit kon zetten.
De-alles-in-perspectief-plaatser. Waar zit ie? Ik kan hem wel gebruiken want ik ben die geintjes van mijn brein een beetje zat. Doe mij maar de rauwe werkelijkheid. Ik sla me er wel doorheen. Laat me maar wat traantjes plengen om hoe het was. Laat me waar verwerken. Ik ben er klaar voor. En ik wil er klaar mee zijn.
Zo nu en dan heb ik gelukkig het idee dat het begint te komen. Dat ik dingen zie en vooral voel zoals ze zijn. Maar dat is kort en vluchtig. Een gedachte of gevoel. Dat moment probeer ik dan vast te houden, maar telkens glipt het als zand door mijn vingers. Maar ik blijf oefenen. En ooit, als de tijd een beetje meehelpt, lukt het. En dan zie ik toen en hem als hoe het was.
Een harde les. Rauwe werkelijkheid. Vervlogen dromen.

Maar gelukkig droom ik al weer over hele andere dingen.
Dat is dan wel weer handig van die roze bril.

maandag 29 juni 2009

28

"Vrouwen hebben de beste seks als ze 28 zijn."
Het staat op internet en dus moet het wel zo zijn.

Ik denk trouwens wel dat het klopt. Deels. Ik kan het weten als 28-jarige. De beste seks. Tja. Logisch. Je oefent en dus wordt het beter. Dus is het beter dan toen ik 27 was. En dat was weer beter dan toen ik 26 was. Om over mijn 25ste maar niet te spreken. Laat staan over daarvoor.

Maar nu lees ik dus dat ik NU op mijn piek zit. Het kan alleen maar minder worden. Wat een onzin. Alsof je verjaardag ineens alles anders maakt. Omdat de grote, enge 30 meer nadert zeker? Of omdat de barsten er na je verjaardag meteen inspringen. Lariekoek. "Oefening baart kunst" gaat ook na mijn 29ste gewoon op. En dat psychische gedoe over de magische grens van 30 daar doe ik ook niet aan mee. Ik blijf seksueel gewoon altijd 28. Zo is het.

Maar wat nou als het klopt? Mooi balen dat ik nog maar een maandje 28 ben zeg! Ik moet het er geloof ik maar van nemen! Kan ik nu vakantie opnemen? NU?!

Ti-ta-toverdrank

Het was al laat. Erg laat. En we hadden al best diep in onze, zelf meegebrachte -want traditie-, flessen drank gekeken. De sfeer was goed. De muziek ook.
Hij keek al iets minder helder uit zijn ogen. En ook op hem had de alcohol het effect dat toverdrankjes van Ti-ta-tovenaar kunnen hebben. Een soort waarheids- of eerlijkheidselixer. En ook zeker een melancholicus.
Dus hij werd een klein beetje sentimenteel.
Hij zei dat hij mijn stukjes las en dat hij ze leuk vond.
Hij zei ook dat hij zou willen dat hij een vriendin had zoals ik. Open, spontaan, met tegengas.
En ik bedankte hem voor zo'n lief compliment. En besefte mij, dat de drank bij hem aan het woord was.
Hij zei dat hij zich onze kennismaking nog goed herinnerde.
En dat hij me best interessant had gevonden. "En toen ging die verdomde X er weer mee vandoor." De vraag waarom X wel en hij niet, de vraag wat X had dat hij niet had. Het klonk allemaal door in zijn opmerkingen.
We werden het erover eens dat we nooit bij elkaar zouden passen. En lachten erom.
En we spraken over liefdes, je leven. Zijn passie.
Ik voelde dat hij ook graag een meissie wilde. En dat hij zich afvroeg waarom het niet lukte.
Ik vroeg het me ook af.
Waarom lukt het niet?
Is het zijn fetisjisme voor meisjes in witte leren laarzen?
Nee, natuurlijk niet. Dat is alleen maar leuk en grappig. AL is het ook echt wel ordi hoor, in tegenstelling tot rode teennagels. Dat je het even weet (want je leest dit vast).
Volgens mij mankeert er niks aan hem. Hij is slim. Grappig. Heeft hobbies en passie. Heeft zijn zaakjes goed voor elkaar en is eigenzinnig. Volgens mij is hij ook nog lief en zorgzaam. Wat kan een vrouw zich nog meer wensen?
Niets.
Dus ligt het niet aan hoe hij is. Maar misschien aan wat hij wil.
Ik ken iemand die hem best beter zou willen leren kennen. Maar hij ziet het niet.
Hij zoekt vrouwen die niet bestaan. Of vrouwen die juist net op andere types vallen dan hij is. Kortom, hij is te kritisch. (Ja, jij ja.)
Geef de dames een kans, ook als je niet meteen weggeblazen wordt van WAUW! Ik weet zeker dat je dan heel snel iemand vindt die je kunt vragen of ze witte laarzen zou willen overwegen. En dan zegt ze waarschijnlijk ook nog JA!

Jurkje

Het is mooi weer en dus is het weer tijd voor jurkjes. Nou verkeer ik in de gelukkige positie dat ik voor elke gelegenheid en elk weertype wel een geschikt jurkje heb. Ik draag ze graag. Lekker vrouwelijk en toch voelt het bijna alsof je gewoon je pyjama aanhebt. En eigenlijk altijd goed. Maar soms zijn er van die kritieke gevalletjes. Kan het wel of niet?
Vandaag was zo'n dag waarop ik me bijna hardop afvroeg of het betreffende jurkje wel geschikt was voor het weertype (warm, veel te warm), het werk (degelijk en niet te uitbundig) en of het wel kon bij mijn huid en haar. Het exemplaar: een wit, romantisch-achtig jurkje met brede bandjes. Errug leuk, maar een kritiek gevalletje.
Maar mijn oordeel was positief. Met een bolerootje was het niet te bloot, maar toch nog lekker frissig met dit weer. Voor het werk moest het ook kunnen, niet teveel kleur. Niet te bloot. Gewoon netjes. En ja, het belangrijkst, staat het ook een beetje? Nou, reken maar! Ik heb mijn pigment-celletjes de laatste weken al aardig aan het werk gezet en beschik over een redelijk gezond kleurtje. Dus wit maakt niet lijkwit. Wit maakt me nu nog bruiner. Helemaal goed dus. En ook leuk dat ik em eindelijk eens aan kon. Zo vaak is de gelegenheid er niet voor wit en skattig.
Kortom, het jurkje aangedaan, met bolero en leuke hakjes. Mooi, maar echt niet té. Dat was de conclusie bij de laatste blik in de spiegel voor ik op de fiets stapte.
MIS dus.
Wel té. Als je tenminste afgaat op de commentaren die mij vanochtend ten deel vielen. "Goh, ga je naar een bal ofzo?" Vroeg collega J van hiernaast. Een beetje een verstrooide man, met altijd erg veel oog voor vrouwelijk schoon. Dus van hem kon ik het hebben. Dat zei allemaal nog niets over mijn inschattingsvermogen.
" Wat ben jij sjiek vandaag!" Was de volgende. Net als "kind wat heb je een mooi jurkje aan", "wat ben je zomers" en "moet je naar een feestje?". Aangezien deze commentaren van iets modegevoeliger collega's kwamen, deden ze toch de vraag rijzen of ik overdressed ben vandaag.
Wat is overdressed? Als je leukere kleren aan hebt dan je collega's? Als je je best doet om er op je mooist uit te zien, ongeacht de gelegenheid? Tja, dan ben ik overdressed.
Maar als het betekent dat je fris en fruitig afsteekt bij je collega's omdat die zelf nogal behoudend zijn, dan vind ik dat niet overdressed. Dan zijn zij underdressed. Ik ben dan gewoon dressed.
To impress, dat wel.

ik-jij-wij

Het is niet ik
Het is niet jij
Het is wij

Ik laat je niet alleen
Sleep je overal doorheen
Samen kunnen we het aan

Ik draag met jou samen
De lasten van het leven

Zodat we ook de lusten
Intenser kunnen delen

Je bent niet meer alleen
Ik ben er
Altijd

Reporter

"Na Gutenabend Leute, hier ist die Fem von Deutsche Fernsehen, ihre Reporter vom TT nacht in Assen."
Tja, zo liep ik er vrijdagavond bij. In mijn beste Duits verslag doende van alle belevenissen en observaties tijdens de TT nacht. Tis de fruitigheid. Die slaat regelmatig op onverwachte momenten toe en dan moet ik gewoon even gek doen.
Zo ook in Assen.
Maar er was dan ook genoeg aanleiding om uitgebreid verslag te doen van alles wat ik zag. Zo heb ik namelijk geconstateerd dat ze in Drenthe geen bh's verkopen. En in de wijde omtrek van Drente kennelijk ook niet. Of zou de vanuit Vlaanderen aangekondigde bh-loze dag toch groots gevolg hebben gekregen? Nog nooit zoveel lellende, wapperende en deinende tieten (borsten, borstjes of tietjes is echt teveel eer) bij elkaar gezien. Schaamteloos in de meest lelijke hemdjes en topjes gepropt.
Ook nog nooit zoveel jonge mannen op klompen gezien. Kan je toch merken dat het nog een beetje achtergebleven gebied is daar, hè... (sorry lief).
Helaas ook nog nooit zo vaak gehoord dat ik vrolijker moest kijken. "NEEHEE, ik kijk niet boos, dat is mijn neutrale stand! Ik heb het wel naar mijn zin!"
Gelukkig ook erg vaak gehoord dat ik er best mocht zijn. Alleen een beetje jammer dat me dat niet keurig werd gezegd, maar dat dat werd geuit door een gegrom of rrrrrrrr.
Ook jammer dat de mannen die 'het woord' verkondigden vaak erg dikke rode ogen hadden, een evenzo dikke tong en niet geheel vast ter been waren. Maar ach, een kniesoor die daar op let.
Nog een tijdje luchtgitaar staan spelen met een bloedfanatieke, verlopen rocker van 40+. Kortom, het was een topnacht in Assen. De Deutsche Fernsehen doet volgend jaar weer uitgebreid verslag. Bis dann!