donderdag 18 februari 2010

Nikkelen Neelie

Ik heb een idool. Nee, het is niet Beyoncé of Lady Gaga. Nee, het is niet één of ander prachtig poppetje met heeeeeeeel veel geld en een hele mooie man. Het is Neelie. Vroeger nog Neelie Smit-Kroes. Nu gewoon Neelie Kroes. (Waar is Smit gebleven? Was dat niet ééntje van die Baggerbroers die over de hele wereld geld als water verdienen door drek uit water te trekken? En was Neelie dan ooit wel een poppetje met een hele rijke man?)

Maar goed, Neelie dus. Neelie is geen hottie. Integendeel misschien. Ze is de dertig in ieder geval al jaren gepasseerd. Misschien heeft ze haar 2x30 jarige bestaan zelfs al gevierd. Het doet er niet toe. Ik vind Neelie prachtig. Met haar vuurrood gelakte nagels aan haar met ouderdomsvlekken en rimpels getooide vingers, waaraan overigens een skitterende, knoert van een ring bungelt. Met haar keurig gemake-upte gezicht en prachtig gekapte en geverfde coupe. En ondanks het feit dat haar gezicht uit afzonderlijk van elkaar, in tegengestelde richting, bewegende delen lijkt te bestaan, haar ogen ongelijk knipperen en de invloed van de zwaartekracht zelfs met La Prairie niet meer weg te poetsen valt. Neelie rocks.

Zoals Neelie iedere keer met twinkelende oogjes Mathijs van Nieuwkerk te woord staat en immer keurig, weloverwogen en welbespraakt blijft, zonder ook maar één moment warrig, onduidelijk of hoogdravend te lijken. Ik zou er mijn petje, als ik een petje had, voor afnemen. Maar aangezien ik geen petje heb, zit ik iedere keer vol bewondering te kijken naar Neelie. Keer op keer herhalend hoe stoer ik haar vind en hoe graag ik zo zou worden als zij. Want Neelie doet serieuze dingen in Brussel. Dingen die ik niet persé zou willen doen, maar ze doet ze met glans. Met een broche in de vorm van een glinsterend vraagteken komt ze naar de hoorzitting om zichzelf te verkopen voor een nieuwe functie terwijl ze in haar oude portefeuille de sterren van de hemel heeft gewerkt en alle groten der aarde heeft afgestraft voor hun kartelpraktijken. Met een glimlach legt ze uit dat het knap is dat iemand met twee hersencellen (zoals ze volgens Sarkozy zou hebben) in staat is het werk te doen wat zij doet. Neelie heeft gewoon sjeu. Ze maakt Europa interessanter dan ooit. Ze maakt dat ik mijn biezen meteen zou pakken als ze me zou vragen in Brussel te komen om als haar rechterhand te werken. En voor een meisje dat haar wortels kilometers diep heeft groeien in de Friese klei is dat heel wat.

Voor het eerst in mijn leven ben ik fan van iemand.
Zijn er al posters van Neelie? Ik wil er wel eentje boven mijn bed.

Erika, Erika, Erika toch

Met twee vochtige ogen loert ze tussen haar wimperharen ins Blaue hinein. Lispelend met dubbele tong probeert ze te vertellen dat ze nog bij het snowboarden gaat kijken en roept ze net iets te hard dat ze de radio-meneren GE-WEL-DIG vindt. Ik dacht: "duidelijk een gevalletje Hero Brinkman". En dat dacht de rest van de wereld waarschijnlijk ook. Maar niet het NOC*NSF. Die dachten wat ik met de beste wil van de wereld niet kon denken, namelijk dat ze gewoon heel erg moe was. Héél erg moe.

Nou ben ik wel eens moe geweest. Maar dat was dan van een hele dag sjouwen met huisraad, of van een hele dag op een ladder staan schilderen. Of van een heel weekend stappen en twee nachten achter elkaar bij het ochtendgloren vanuit de stad naar huis fietsen in plaats van uit bed naar het werk. Dat was niet na een feestje bij de 500 meter schaatsen en een etentje met Wim-Lex en Maxima. Nee, ik denk niet dat ik daar héél erg moe van zou worden. Maar wie weet, Erika is tenslotte al iets ouder.... Mijn vermoeidheid leidde er in ieder geval nooit toe dat ik van voren niet meer wist wat ik van achteren deed. Maar goed, Erika lag nog te slapen, dus moe was ze misschien toch en we moesten dus maar afwachten tot ze wakker genoeg was om er zelf iets over te zeggen.

En dat deed ze. Ja, het NOC*NSF had wel gelijk. Ze was zo óntzettend moe geweest van alle leuke dingen in Vancouver. En ja, dan kan één glaasje wijn natuurlijk perongeluk wel he-le-maal verkeerd vallen. Één glaasje wijn. Erika, kom op nou. Ik ben het! Je hebt het hier niet tegen Neelie Kroes (die volgens Sarkozy maar twee hersencellen heeft). Je hebt het hier tegen een vrouw van de wereld. Een vrouw van de wereld die echt niet zo vaak wijn drinkt, maar werkelijk nog nooit na één wijntje ging lopen lallen op een manier waar  LaLaLaLaura uit Pittige Tijden een puntje aan kon zuigen.

De boodschap vol onderschatting van de verstandelijke vermogens van het gehele volk, deed me denken aan vriendinnetje K. Zij kon er ook wat van. Zij het op iets kleinere schaal. Zij onderschatte alleen mij en vriendinnetje N. Na de gehele nacht roseetjes uit plastic bekertjes te hebben getankt (ik zeg getankt, want het had echt niets meer van drinken) en half loops achter een overjarige motormuis uit Zeeland te hebben aangezwalkt, zat ze onderuit gezakt op de achterbank terwijl we door het ochtendgloren richting huis reden. Onderweg bereikten N en mij al wat onrustbarende geluiden van achter ons totdat vriendinnetje K doodleuk begon uit te leggen dat ze nauwelijks had gedronken en dat die paar roseetjes toch wel heel raar vielen. "Tuurlijk schat!", riepen N en ik in koor. Nadat K bij de benzinepomp even tussen de bosjes was gedoken en omringd door een zurige lucht de auto weer instapte, onderwijl zo bleek als een gothic-rocker, ging ze door met haar verhandeling over de slechte kwaliteit van de drank en haar bescheiden gedrag tijdens de TT-nacht. Een Erika avant la lettre...iets anders kan ik er niet van maken. Grappig, aandoenlijk, ietwat sneu en vooral ernstig in de ontkenningsfase.  

Rompslomp

Het pad der liefde ligt soms bezaaid met rompslomp. Neem nou een verhuizing om voor altijd samen te kunnen zijn met de liefde van je leven. Het klinkt zo romantisch. En als we 's avonds samen in bed liggen en 's ochtends samen weer wakker worden, dan voelt het ook zo.

Maar als de post weer door de brievenbus wordt geduwd, of wordt nabezorgd door mijn lieve postbode-moeder, is de romantiek in geen velden of wegen te bekennen. Elke postbezorging zit er weer een stuk bij dat de nodige aktie vergt. Meterstanden opnemen en doorgeven. Niet alleen voor gas, maar natuurlijk ook voor licht en water. En niet alleen vanwege de verhuizing, maar ook nog even voor de jaarafrekening van 2009. Maar goed, dat is nog tot daar aan toe. Bonter wordt het gemaakt door Essent. Als je ooit gaat verhuizen, houd hem dan te vriend en wees niet, net als ik, zo naief om te denken dat je hem wel even via internet kunt afschepen en aan de kant kunt zetten. Met Essent heb je geen relatie die je zomaar even verbreekt. Essent is in essentie (let op de treffende woordkeus) gewoon een stalker eerste klas.

Ineens krijg ik smsjes van Essent. En niet van die smsjes met gewoon een onbekend nummer in je scherm, nee hoor, mijn mobieltje blijkt Essent gewoon te kennen. Alsof Essent onder de E te vinden is in mijn vriendenlijstje. Ik weet niet hoe Essent het flikt, maar om de haverklap staat zijn naam in mijn scherm. En iedere keer wordt me in niet misverstane bewoordingen te kennen gegeven dat ik hem vooral echt niet moet vergeten. Nou ja, om de meterstanden door te geven voor de sleuteloverdracht. Die overdracht is over twee weken!!! En hij heeft me al vier smsjes gestuurd. Hoezo, aandacht te kort? Als een kerel dat zou doen, zonder een reactie van mijn kant te krijgen, zou ik hem voor eeuwig negeren of woest opbellen dat ie nou eindelijk eens moest kappen met zijn gezeur. Maar heel misschien zou ik ook gewoon denken dat het sneu voor hem is en vriendelijk, doch beslist laten weten dat het niets meer zou worden tussen ons.

Oké Essent weet me dus volhardend via sms te vinden. Maar ook via de post. Natuurlijk! Had ik maar nooit mijn adres aan hem gegeven. En inmiddels heb ik door zijn brieven ontdekt dat Essent niet het buskruit heeft uitgevonden. Eerst krijg ik post dat ik ga verhuizen en dat mijn contract in het oude huis wordt beëindigd. Prima, dat leek vlekkeloos te verlopen. In dezelfde brief laat Essent me echter fijntjes weten dat hij ook in mijn nieuwe huis gewoon voor me klaar zal staan. Dus ik bel hem op en krijg één van zijn secretaresses aan de lijn. Ik leg haar uit dat ik niets meer van Essent wil weten na mijn verhuizing en of ze dat even aan hem door wil geven. Ze zegt dat ze dat zal doen, maar binnen een week ligt het contract voor mijn nieuwe huis al op de mat. Dus ik bel Essent weer op en vertel zijn secretaresse dat hij het verkeerd heeft gedaan en dat ik echt niets meer met hem te maken wil hebben. Ze zegt dat het in orde komt en tot overmaat van ramp moet ik vervolgens moet ik de meterstanden in het nieuwe huis doorgeven. Ondertussen laat Essent zich van zijn ware stalkerskant zien en belt hij zelfs met mijn lief om te vragen of die het goed vindt dat Essent en ik contact houden als X en ik samenwonen. X is resoluut en zegt dat Essent bij me uit de buurt moet blijven. Dat doet Essent natuurlijk niet en ik krijg brief na brief na brief. Normaal val ik wel op doorzetters, volhouders....maar ik heb X al. En X heeft alles wat ik zoek in zijn huis...gas, water en licht. Dus, Essent het is over tussen ons.

De levensboom van Gustav Klimt

Nieuw projectje voor broerlief

woensdag 17 februari 2010

Opgeruimd

Een opgeruimd karakter hebben. Opgeruimd staat netjes.
Twee zinnen met het woord opgeruimd. Opgeruimd in twee betekenissen. En ineens merk ik dat de ene betekenis eigenlijk ook de ander is. Na weken in de verhuisrommel te hebben gezeten, ontdekte ik, nadat mijn vader met een aanhangwagen vol geschiedenis richting vuilstort reed, dat opruimen mij een opgeruimd mens maakt.

Zo sentimenteel als ik soms kan zijn bij de aanblik van een oud krantenartikel met een krabbeltje van oma erop, zo makkelijk kan ik op sommige momenten afscheid nemen van alles wat me ooit zo dierbaar was. Op zo'n moment gaat er een wervelwind door het huis. Een wervelwind met een rol vuilniszakken in de hand en een verwoestende blik in de ogen. Alles wat dan in mijn vizier komt lijkt nutteloos, waardeloos, gevoelloos en verdwijnt pardoes in de vuilniszak. En ja, dan heb je dus al gauw twee aanhangwagens gevuld. Met poppen, oude schriften, suede rokjes (LORD, heb ik daar ooit in gelopen?), een cowboyhoed met zebraprint (leuk op een verkleedfeestje, maar niet meer in mijn nieuwe huis), pleeborstels, bodylotions uit het jaar nul, voetenbadjes en bulten Snoopy-onderbroeken waarbij je heel goed moest kijken waar Snoopy zat voordat hij er in duizend wasbeurten vanaf werd gebleekt.

In mijn nieuwe huis schuilt er geen oude meuk meer achter de vers gepoetste kastdeurtjes. In mijn nieuwe huis schreeuwen er geen dozen op zolder dat ze eindelijk eens uitgeruimd moeten worden. Nee, in mijn nieuwe huis is alles wat er nog wel toe doet heel netjes opgeruimd. En dus loop ik rond met een luchtig gemoed, met rust in het lijf. Een opgeruimd gevoel. Maar toch knaagt er iets.

De wervelwind heeft mijn poppen te pakken gekregen. En zelfs mijn eerste, door oma gebreide knuffel Titi meegesleept richting ondergang. Ook de prachtige Libelle-pop met de lange, bruine krullen, die ineens alle meisjes in de straat, en dus ik ook, van hun moeder kregen, ligt nu te schimmelen tussen sinaasappelschillen, babyluiers en andere viezigheid. En dat terwijl Titi en de pop me altijd zo dierbaar waren. Terwijl ze jaar in jaar uit op mijn zolder hebben gewoond. De wervelwind, die op volle sterkte raasde door de opmerking van mijn vader "dat ik zo ontzettend veel spullen had", waaide mijn haren voor mijn ogen en Titi en de Libelle-pop in een vuilniszak.

Mijn moeder belt. "Papa heeft Titi gered". Oké ik had teveel spullen, maar Titi, die doe je toch niet weg!!!
Het gat in mijn opgeruimde gevoel is gedicht. Niet alleen door het vooruitzicht dat Titi weer bij me terugkomt, maar ook door het besef dat mijn vader het moeilijk vindt om afscheid te nemen van het kleine meisje Fem. Net als ik.