zaterdag 6 november 2010

De kunst van het weglaten

Wat kon mij die ouwe meuk schelen. Ik ging voor de kerken en musea. Oude gebouwen, ruines, ik heb er niks mee. Totdat ik met vriendlief ineens in het Colosseum rondliep. Holy Guacamoly, dat was wat! Zo'n enorm gebouw en zo oud. Met mijn ogen halfdicht en mijn gedachten bij die heerlijk foute serie Spartacus, zag ik ineens voor me hoe de oude Romeinen hier hun slaven een gebouw van jewelste uit de grond lieten stampen.
Tijdens de 'hop-on hop-off' tour vertelde de mevrouw in de koptelefoon over een ander theater dat door één of andere rijke pief voor zijn neefje was gebouwd. Doe mij zo'n oom zeg! Moet je je voorstellen wat voor tijden het moeten zijn geweest. Tijden van groot-groter-grootst. Tijden van pracht en praal en rijkdom. Tijden van onbegrensd denken en onmetelijke dromen. Niks 'doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg' en al helemaal geen 'less is more'. De kunst van het weglaten was onbekend. Was er nog een vierkante centimeter over, dan kon daar nog best een stukje bladgoud. Nog een hoekje naast een wandschildering van jewelste? Doen we daar toch nog een leuk engelenhoofdje? Hangt dat beeld daar wat allenig, geen punt, we hangen er gewoon een tiental gouden bloemen omheen. 'Hé Flavius, zie je dat hoekje daar links boven het altaar? Wel wat saai he?! Ik stel voor dat we daar nog een paar weken aan schilderen en er een beeltenis van de heilige maagd Maria aan toevoegen, wat jij?'
Moet je nu eens om komen. Loop de eerste de beste, vers uit de grond gestampte 'samen op weg' kerk binnen en je waant je in een crematorium uit de jaren tachtig. Systeemplafonds, bakstenen muren en gewapend glas. Zelfs geen glas-in-loodje meer te bekennen. En dat noemen ze vooruitgang. Als lichtbakreclame aan de gevel van een kerk vooruitgang is, ben ik malle pietje.
Als ik langer nadenk over de kerkenevolutie, zou ik bijna pleitbezorger van de herinvoering van de slavernij worden. Bijna...namelijk voor zover slavernij staat voor de grote verschillen die er kunnen en mogen bestaan tussen mensen. Die verschillen maken immers dat het niet meer riskant is om je kop boven het maaiveld uit te steken. Die wordt dan niet afgehakt, want als je je nek uitsteekt zie je meer mensen die dat doen en kun je groots denken en dromen zonder dat je met de nek wordt aangekeken. We moeten ophouden te streven naar gelijkwaardigheid en de mensen prijzen die net ietsje meer gelijk zijn dan wij. Grootsheid moet gestimuleerd worden. Zodat over honderden jaren de harten van archeologen ook sneller gaan kloppen als ze de wederopstandingskerk uit Leeuwarden opgraven en ze niet teleurgesteld hoeven te raken over het zoveelste systeemplafonnetje. Ik zeg; More is more!

Mooi van lelijkheid

Daar, in één van die duizenden souvenirwinkeltjes leek hij me aan te staren van onder het felle tl-licht. Hij zag er prachtig uit en sprong er echt uit tussen al die andere mokken. En nu staat hij hier naast me, in al zijn lelijkheid. Een mok met als handvat een gladiator uit het oude Rome. Maar dan geen stoere, nee, het is een schattige. Een lief lachende, blije gladiator. En hij zet me aan het denken. Zoveel kitscherige lelijkheid, uit een stad met zoveel kunstige schoonheid. Een groter contrast bestaat bijna niet.
Terwijl ik wat thee uit de mok nip, dwalen mijn gedachten af naar de Sint Pieter. Op het moment dat ik naar binnen stapte en Pieter zijn schoonheid aan mij toonde, viel mijn mond open en stootte mijn lichaam een zeldzame zucht van bewondering uit. Een zucht van verbazing, van verheerlijking en ook van emotie. De schoonheid die zich aan me openbaarde was van zo grote omvang dat ik er stil van werd. De tranen sprongen me letterlijk in de ogen en een gevoel van geluk overviel me. Het eerste dat in me opkwam was dat God wel moest bestaan. Zoveel schoonheid kunnen mensenhoofden niet bedenken en mensenhanden niet maken.
Nu had ik al vaker in kerken ervaren welke rust je daar kan overvallen, maar Pieter had meer voor me in petto. Ik voelde een enorme dankbaarheid dat ik zoveel moois mocht aanschouwen. En ik zeeg neer op een bankje om alles rustig op me in te laten werken. Het was daar en toen dat alles helder voor me werd. Waar ik vandaan kom en vooral waar ik heen wil. Waar het leven om draait.
En dan ineens blijkt mijn gladiator-mokje toch weer heel veel met de Sint Pieter gemeen te hebben. Zo'n mokje staat voor de traditie van X en ik om in elke plaats waar we komen een mok mee te nemen. Een traditie die elk kopje koffie of thee iets extra's meegeeft. Een traditie die van ons huis een thuis maakt. Een traditie die ons bindt en weergeeft dat het gaat om de kleine dingen. Het leven draait om genieten van die kleine dingen en van elkaar. En als ik dat weer eens even vergeet kijk ik gewoon even naar die foto van jou en mij in de Sint Pieter of drink ik uit ons lelijke mokje.

Ansjela

Lieve Ans,

Ooit huppelde je met warrig haar, beenwarmers en gekke enkellaarsjes door het beeldscherm en zat je vol bewondering naar je te kijken in mijn pyamaatje met mijn natte, gekamde haartjes en een plastic tupperware bakje met chips op schoot. In 'De Uitdaging' baande je de weg voor de Wendy's en Natassen die je later zouden volgen. Nooit konden ze in je voetsporen treden, want jij was de enige echte weldoenster die enorme projecten voor elkaar bokste zonder er een cent voor te betalen. En dat deed je met zoveel passie en enthousiasme dat ik dacht dat je nooit meer stuk kon. Niet bij mij, noch bij de rest van televisiekijkend Nederland.
En toen gebeurde er iets. Ergens tussen mijn natte-haartjes-bakje-chips-moment en mijn welke-hypotheek-vorm-zal-ik-nemen-moment. Je was ineens een ouwe zure doos, met een fronsrimpel waar je U tegen zegt. Zo'n rimpel die je na het douchen nog eens extra met je handdoek naloopt omdat achterblijvend vocht na een dag gaat ruiken als een navel waarop al weken geen douche heeft gestraald. Zo'n rimpel waar botox zelfs verlamd van raakt. Waar heb je die rimpel toch opgeduikeld? Was dat bij de Avro, waar ze je op schandelijke wijze loosden voor Karel van der Graaff? Nee toch meis? Dat ze je loosden was wel een ramp, maar toen bleek dat ze je inruilden voor Karel moet je toch een week in een deuk hebben gelegen en meteen hebben geweten dat je de Avro nooit meer serieus zou kunnen nemen? Een beetje zoals gedumpt worden door de man van je dromen voor een enorm goedkope sloerie...oké het doet even pijn, maar je neemt hem ook totaal niet meer serieus en snapt meteen niet meer waarom je ooit op hem viel. Toch? Maar toch die rimpel. En eigenlijk was je ook niet meer zo schattig, passievol en energiek als toen. En dat terwijl je je meisjes toch heel fruitig Lola en Nona hebt genoemd. Dat getuigt dan wel weer van guitigheid en vooral van rimpelloze luchtigheid.
Ik snapte er gewoon niks van Ansj. Maar toen kwam vriendlief X. En hij riep telkens naar de televisie dat ie je zo cool vond als je weer eens spastisch schuddend met je boezem in beeld kwam terwijl je zat te genieten van een mooi optreden. Hij vond je zo lief en zo enthousiast. Morrend moest ik zo nu en dan toegeven dat ie gelijk had. En zo veranderde mijn beeld van jou heel langzaam. Zo nu en dan zag ik om die rimpel heen weer dat meisje van toen. En vandaag was je op de radio. Met een prachtig liedje. En ineens was de magie terug. Ineens vond ik je weer die leuke meid van toen. Ineens graaide ik onnadenkend in mijn schoot, op de tast naar mijn bakje met paprikachipjes. Het bakje was weg. Maar jij bent er weer. En hoe?! Die rimpel, oke het was even wennen. Maar ik weet nu dat die staat voor diepgang, niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk. Met de jaren ben je mooier geworden en heb je een liedje geschreven dat mijn X de tranen in de ogen bracht. Dus ik vind je weer leuk. Welkom terug.

Wie het weet...

Een stedentrip van een week. Aanleiding tot een heleboel vragen. Terwijl ik vrolijk neuriend achter vriendlief aansjokte en om me heen keek, zag ik zoveel om me heen gebeuren en vroeg ik me evenzoveel af.
Zo wil ik wel eens weten waarom vrouwen er tijdens een vakantie geen moer om lijken te geven hoe ze erbij lopen. Oké, je kent er waarschijnlijk niemand aangezien je aan de andere kant van de oceaan bent, maar betekent dat dan dat je als rechtgeaarde Amerikaanse persé op je witste sportschoenen moet rondstappen terwijl je je vaalste joggingbroek om je te dikke billen hebt gewrongen? Nee toch? Je kunt toch ook best leuke kleding en schoenen dragen? Het lukte mij tenslotte ook en heus, mijn voeten deden niet meer pijn dan die van jou hoor. Scheelt ook voor de kiekjes die je thuis wilt laten zien. Je moet er toch niet aan denken dat de buurvrouw, tegenover wie je zorgvuldig een imago van perfect gesoigneerde housemom hebt opgebouwd, ineens te zien krijgt dat je eigenlijk niets meer bent dan 'trailerpark trash'.
En wat te denken van al die prachtig slanke en keurig verzorgde Oostblok-typjes. Aan de ene arm een lelijke dikke en vaak ook veel oudere man en aan de andere arm een tas van Prada, een tas van Bvlgari, een tas van D&G en een paraplu van Versace. Ik vraag me dan meteen af; heeft die lelijke man een schitterend karakter of een nog schitterender platinum gold card? Dat wil ik weten. En ik wil ook weten waarom jullie alleen maar kleding dragen waar de merken vanaf schreeuwen. Klopt mijn idee dat jullie dat alleen maar doen om te verbloemen dat jullie vroeger met een traantje op jullie vieze wangetjes in de rij stonden voor een Russische variant op de voedselbank? En klopt het ook dat jullie Baboeschka jullie van jongs af aan heeft opgevoed met het idee dat je gewoon een rijke man aan de haak moest slaan? To hell with love, show me the money! Ik weet het niet, vertel het me. Plaats mijn beeld van Rome in perspectief.
En vertel me dan ook alsjeblieft waar al die zwervers met afgezette ledematen en zelfs verdwenen neuzen vandaan komen. Is er een verborgen industrie waarin artsen voor een dikke vergoeding gezonde lichaamsdelen afzetten zodat er tenminste goed gebedeld kan worden? Of krijg je in Italie gewoon geen uitkering als je lichaam niet meer compleet is?
En nu ik toch bezig ben wil ik ook wel graag weten of er een oorzakelijk verband bestaat tussen het aantal zwervers en de lage parkeertarieven. Oké in Amsterdam betaal je je scheel aan parkeergeld, maar daar struikel je niet over allerlei zielige mensjes. In Rome kost parkeren nauwelijks iets...hoe zit dan nou?
Wie het weet mag het zeggen.