woensdag 20 juli 2011

Dag pake

Een maand geleden zag ik zijn witte gelaat - dat een week daarvoor nog zo ontzettend rood van alle kleine adertjes in zijn wangen was geweest - en voelde ik zijn koude, verstilde handen - die een week geleden nog zo warm en handig een bordje warm eten wegwerkten alsof het niets was.

De tijd vloog met hem. En de tijd vliegt ook zonder hem vrolijk verder. Het is een gekke gewaarwording. Alles is nog hetzelfde, maar mijn moeder heeft haar vader niet meer. Het einde van een tijdperk. Het einde van een leven. Een leven dat zich niet laat omschrijven als prachtig of geweldig. Een man die zich niet laat omschrijven als makkelijk en warm. En dat vervult me op momenten dat ik alleen ben, en me bewust wordt van de eindigheid der dingen, met een treurig gevoel. Tegelijkertijd leert het me veel.

Lessen over onvoorwaardelijke liefde van een kind voor zijn of haar vader. Mijn pake was niet altijd geliefd maar er werd altijd van hem gehouden. En hij wordt gemist door alle drie zijn kinderen en door al zijn kleinkinderen. Ondanks alles. En dankzij alles. Lessen over hoe ik het niet moet doen in het leven, over wat onbelangrijk is en over waar ik echt voor zou moeten gaan.

Ik realiseer me dat zelfs de lastigste pake een belangrijk deel van mijn leven is, een belangrijk deel van mijn persoonlijkheid heeft bepaald. En ik ben verdrietig omdat er een einde aan het tijdperk is gekomen waarin ik nog van hem kon leren terwijl hij naast me zat. Nu leer ik terwijl ik in gedachten naar hem kijk. En dan zie ik een man die uit angst en teleurstelling niet goed van het leven kon genieten. Zijn woorden spraken niet van liefde. Maar zijn daden wel. Jammer dat hij eerst moest sterven om me dat te realiseren.

Rust zacht lieve, bijzondere pake.

dinsdag 19 juli 2011

Plopperdeplop

Vriendlief (en bijna manlief) snurkt wel eens wat. En dat is soms gezellig, maar meestal hoogst irritant. Dus wat doe je dan? Apart slapen? Nee, natuurlijk niet. Daar beginnen we niet aan. Een por geven als het te erg is, dat werkt ook niet want twee tellen later ligt hij weer op zijn rug. Lief vragen of hij op zijn zij wil gaan liggen, dat werkte tot voor kort nog wel aardig. Inmiddels is ook die methode achterhaald, want meneer draait niet meer zijn hele lijf op de zij, nee in al zijn slaperige wijsheid draait hij nu alleen nog maar zijn hoofd een slagje. En dat maakt qua decibellen dus geen enkel verschil.

Gelukkig zijn er oordopjes. De hemel zij geprezen voor de uitvinding van die dingen. Tenminste, zo dacht ik er tot voor kort over. Tot voor kort was tot vorige week. Tot het plopperdeplop-moment. Stel je het volgende voor: ik zit in mijn pyamaatje, met een handdoek om mijn haar, op de rand van het bed en pak de oordopjes uit de la van mijn nachtkastje. Het zijn van die oranje sponsachtige dingen, die je even een stukje inknijpt zodat ze in je oor weer uit kunnen zetten en al het gesnurk buiten sluiten. Een prachtsysteem in al haar eenvoud. Ik pak het dopje tussen duim en wijsvinger, knijp er in en duw het in mijn oor. En dan ineens voel ik: PLOP.

Mijn hart last een kleine pauze in tussen twee slagen om goed vast te kunnen stellen dat ik echt PLOP voelde. En ja, het was een plop. Een plop van het soort: oei oei oei nu zit het dopje wat te diep. Toen mijn hart weer rustig verder sloeg ben ik daarom heel kordaat - zonder mijn oor te bewegen - naar mijn toilettasje gelopen, heb ik mijn pincet gepakt, ben ik weer op de rand van het bed gaan zitten en zou ik dit varkentje wel eens even snel wassen. Dus hup dat pincet in mijn oor, de pootjes om het dopje en trekken maar.... Daar komt ie! Niet. Een stukje oranje spons zit pietepeuterig tussen het pincet, maar het dopje blijft waar hij zit. Nog een keer. Shit! Hetzelfde verhaal. Nog een keer, en nog een keer en nog een keer.... Op het bed liggen inmiddels al een paar oranje minisponsjes. Maar geen dopje. Bij elke poging brokkelt mijn masker van uiterlijke kalmte verder af en nader ik het stadium van paniek. Ik doe nog een hele goede en zeer pijnlijke poging, maar dat ding zit muur- en dan ook echt muurvast.

De dokterswacht wil het niet proberen. Ik moet maar gaan slapen en de volgende dag naar de KNO arts. Als de paniek wat is gezakt, lukt het me zowaar om te gaan slapen. Om de volgende dag wakker te worden met een pijn! Niet te geloven. Ik kon wel naar de dokter kruipen. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Eerst bellen, dan verwijzing en dan eindelijk die stofzuiger in mijn oor.... Dat werkte ook niet. Toen een haak....weer geen succes. Maar dan: de grote tang... ik verga van de pijn, maar voel dat er beweging in de dop komt. En dan: engelen beginnen te zingen, de zon breekt door, mijn hart vervult zich met warmte: HIJ IS ER UIT!!!

Mensen neem een momentje de tijd om je bewust te worden van het heerlijke gevoel van lege, vrije gehoorgangen. We nemen het allemaal maar voor vanzelfsprekend aan. Maar dat is het niet meer als je een plopperdeplop moment hebt meegemaakt.

Get a life

Het hoosde en ik was al laat voor een belangrijke dag op het werk. Zo'n dag waarop je niet met de mascara tot op de knietjes en de miss-wet-tshirt-look op de tietjes op je werk kunt verschijnen. Bij wijze van uitzondering sprong ik dus in mijn dikke Chevy (Matiz) en reed ik dankzij mijn autorisatie om mijn scootertje te parkeren, de parkeerkelder van kantoor in. Plaats genoeg en ik koos er lukraak eentje uit met het idee dat er in de vakantietijd altijd plaats genoeg is.

Tien minuten later zat ik - voldaan over mijn slimme actie - met droge knietjes (en andere lichaamsdelen) in de zaal te luisteren naar de belangrijke dingen die daar werden besproken tot opeens een tekst onder in mijn beeldscherm oplichtte: "Ben je levensmoe ofzo? Je staat op de plek van X".
O mijn god!!! De plek van X. Ik weet zeker dat de aanwezigen in de zaal het spiertje dat spontaan nerveus onder mijn oog begon te trillen, niet hebben gezien. Maar mijn stokkende ademhaling was tot in de uithoeken van het gebouw te horen. Hoe stom kon ik zijn!?

Misschien is hier enige toelichting over collega X nodig om te begrijpen waar mijn angsthazen-reactie vandaan kwam. Collega X is van het soort; dieren zijn liever en beter dan mensen. Collega X is van het soort; is dat al goedgekeurd door de OR? Collega X is van het soort: iedereen is naar en heeft het slecht met me voor. Collega X is van een soort negativiteit en klagerigheid die tegenwoordig niet meer gemaakt wordt (gelukkig).

En uitgerekend op de plek van die sikkeneurige, boze vrouw, parkeer ik op goed geluk mijn auto. En dan zijn de rapen dus gaar. Ieder ander zou zeggen: niet meer doen, het is irritant. En dan zou ik mijn excuses maken en zeggen dat ze gelijk hebben. Maar niet collega X. Zij stormt bij mijn collega naar binnen en vraagt hem om mij te leren me normaal te gedragen. Zij schreeuwt over de gang scheldwoorden gevolgd door mijn naam en maakt op die manier haar ongenoegen kenbaar bij een ieder. Maar niet bij mij. Nee, ik moet het via via vernemen van collega's die haar woede naspelen en me gekscherend bang proberen te maken. Met als klap op de vuurpijl dat collega X er nu werk van maakt dat mijn autorisatie om mijn scootertje in de kelder te parkeren, wordt ingetrokken.

Nu zul je misschien denken dat ik moet lachen om zoveel gekkigheid. Maar nee, dat lukt me niet. Ik voel me geintimideerd en wordt nerveus van zoveel onaardigheid. Helemaal nu mijn excuses niet hielpen en ze het feit dat ik haar aansprak op het gescheld, betitelde als "zuigen". Ik was - naief als ik kennelijk ben - in de veronderstelling dat "zuigen" een term is die 14-jarige pubers tegen elkaar bezigen als ze het hebben over de 5 voor Engels. Vind het niet echt een term voor vrouwen van over de 50 die (over het algemeen) een goed stel hersens lijken te hebben. Dus ja, wat moet je daar dan nog op zeggen? Geen idee... feit is dat er nu dus een collega is die mijn bloed wel kan drinken. En waarom? Volgens mij niet om die parkeerplaats... als psycholoog van de koude grond maak ik er maar van dat er meer achter zit. Geen idee wat, maar het gaat er bij mij niet in dat iemand zich dagen achtereen druk kan maken over zo'n futiliteit. Get a life!, zou ik bijna puberaal willen zeggen. En dan een gekke bek erbij trekken...misschien communiceren we dan wel op hetzelfde niveau.