vrijdag 9 oktober 2009

Die-zijn-thuis

Ik nip aan mijn revolution-thee van een speciaalzaakje in de stad uit een designkopje terwijl mijn billen rusten op een designstoel die ik bij de aanblik van het prijskaartje meteen voorbij zou zijn gelopen, laat staan dat ik er 6! van zou hebben gekocht. Ondertussen schalt mijn favoriiete muziek uit de mediabox van de veel te grote televisie en worden mijn blote voetjes verwarmd door de zon die binnenvalt door de grote openslaande deuren. Mjn vingers glijden onwennig over het toetsenbord (vandaar de tikfouten) van de minilaptop (met draadloos internet natuurlijk) en opeens vraag ik me af hoe ik hier terecht ben gekomen. Hier in de grote keuken met kookeiland en allerlei designspullen, waaronder zelfs een design-messenset....(Hoe verzinnen ze het? Elke keer zoek ik weer in de la om de messen om ze vervolgens uit een obscuur plastic mannetje te moeten trekken.)
Anderhalf jaar geleden dacht ik nog jaren in mijn eigen kneuterige huis te zullen wonen. Mijn huis, waar geen designmeubel, designkopje, laat staan designmes te vinden is. Mijn huis met de paneeldeurtjes in de keuken, met het nep-wedgewood servies, met de douchebak waarin ik bij gebrek aan een bad menig douchebeurt zittend in heb doorgebracht (hier kun je met zijn tweetjes riant in bad zitten en in je eentje bijna verzuipen bij gebrek aan houvast), met de enorme computer met nul tempo, met de wc-brillen die je boos nog lekker hard naar beneden kunt smijten (hier hebben ze vertraging), met de barokke badkamerspiegel van de Xenos die je gewoon met een haal van je hand schoonveegt als ie beslagen is (hier is dat niet nodig, want de spiegel is natuurlijk verwarmd, duh!), waar ik gewoon zelf de ramen doe terwijl hier elke twee maanden een mannetje langkomt... Wat heb ik daar toch een hoop beleefd. Van glimmend trotse eigenaar op mijn 22ste via uit te kopen en uitkledende ex naar veilige thuishaven in roerige tijden. Van thuiskomen op mijn fietsje en me bij de aanblik van mijn thuis vol verbazing realiseren dat dat hele huis gewoon van mij was tot midden in de nacht in tranen mijn auto onder de carport parkeren en me weer eventjes veilig te voelen.
En nu zit ik hier, dat meisje in haar Hema-pyjama met het warrige haar en de slaap nog in de ogen, dat zich nog nooit voor design had geïnteresseerd en zich nu helemaal thuis én veilig voelt tussen al die overbodige luxe. Niet om de luxe, maar om hem. Waar hij woont is mijn thuis.

donderdag 8 oktober 2009

Gemengde signalen

Normaal gesproken durf ik toch wel te stellen dat ik over een flinke dosis mensenkennis beschik. De mensen die mij (denken te) kennen (hihi, ik trek even een mysterieus rookgordijntje op) trekken nu hun wenkbrauw omhoog omdat ze weten dat ik met tenminste één keer behoorlijk vergist heb (gedurende 2,5 jaar... dat wel). Fouten maken is menselijk, zeg ik dan.
Ook nu raak ik nog wel eens in de war. Weet ik het gewoon even niet.
Zoals gisteren. Ineens was ik omringd door drie mannen die allemaal mijn vader hadden kunnen zijn en kon ik geen van hen duiden. Ik kreeg zoveel gemengde signalen dat mijn mensenkennisradar op tilt sloeg.
Man 1 had ooit een leidinggevende functie maar deed nu gewoon weer mee met de rest van het intellectuele gepeupel binnen de organisatie. Vanwege gezondheid en omdat de inhoud zo leuk is. Hij riep continu dat hij al 35 jaar gelukkig getrouwd was (waarom doet iemand dat, na 1x snap ik ook wel dat hij dan toch echt dik ouder dan mijn vader is) en gaf tegelijkertijd aan dat trouwen zo'n beetje het domste is wat je kunt doen. "Marriage is a prison", had ie zelfs op een kaartje gezet voor een collega die ging trouwen. Nee, hij wist niets van relatieproblemen en zijn vrouw vond alles prima. Maar toch belde ze op een gegeven moment waar hij bleef. Lekker huwelijk heb je dan, als je niet even aan je vrouw doorgeeft dat je niet komt eten maar lekker uren in de kroeg gaat hangen. Dat dacht ik dan weer wel. Maar de man doorgronden? Niks daarvan.
Man 2 was net gescheiden maar het ging zo goed met hem, zei hij. Oké, hij had eindelijk weer wat vet op de botten doordat ie elke dag bij zijn moeder at, maar om nou te zeggen dat ik hem geloofde... Hij wilde volgens mij zelf heel graag geloven dat het goed met hem ging. Maar ik twijfelde en wederom liet mijn menselijke radar me in de steek.
Man 3 was helemaal een bijzonder exemplaar. Twintig jaar ouder dan ik, maar dat zou je hem niet geven. Een topbaan in mijn richting én daarnaast ook nog gewoon een enorme titel op een totaal ander vlak. Hij heeft de baan die ik wil en switcht nu naar de baan die me ook fantastisch lijkt, maar die onbereikbaar is (tenzij ik nog minstens 10 jaar de boeken induik, no thank you). Maar hij was niet gelukkig en kon het nergens vinden in het leven. En neem van mij aan dat ie óveral gezocht heeft. Letterlijk. Tja, ik snapte er helemaal niks meer van.
Gooi er dan nog twee wijntjes in en mijn x-ray eyes laten het afweten en ik snap niks meer van de medemens. Heerlijk verwarrend en stof tot nadenken.
Zou ik ook zo mysterieus lijken, of heb ik dat verprutst door vol enthousiasme de foto's op mijn telefoon met mijn hele levensverhaal te tonen?

woensdag 7 oktober 2009

Assertlief

Assertief; zelfbewust, zelfverzekerd.
Assertief zijn houdt in dat iemand zijn eigen mening respecteert en voor zichzelf opkomt.
Lijkt me een mooie omschrijving die op al mijn vriendinnen van toepassing is.
Althans, dat dacht ik tot vandaag. Zelf denken ze daar anders over.
Dat bleek toen ik zag wie deelnamen aan de cursus. Stuk voor stuk - in mijn beleving - hele zelfbewuste meiden die voor zichzelf opkomen en hun eigen mening respecteren.
Maar, zeiden ze, we komen wel voor onszelf op, maar vragen ons daarna altijd nog af of hoe men over ons denkt en of ze ons dan nog wel mogen.
Tja, dat herken ik wel. Zodra je voor jezelf op moet komen houdt dat natuurlijk in dat iemand anders te weinig met jouw belangen rekening heeft gehouden en dat hij (meestal een hij natuurlijk) daarop aangesproken moet worden. En dat vind niemand leuk. Op 'fouten' aangesproken te worden. Zou je denken.
Maar de meeste mensen houden toch gewoon van duidelijkheid en beschikken wel over enige redelijkheid. Dus die denken hooguit; wat een zeur, wat een bitch. Om vervolgens over te gaan tot de orde van de dag en zich realiseren dat je best wel gelijk had. En je dus geen bitch meer te vinden.
En wat doen mijn assert-lieve vriendinnen? Die blijven malen over de vraag of ze het wel goed hebben aangepakt. Das dan weer niet zo zelfverzekerd. Maar wel lief. Assert-lief. En daarom zijn ze mijn vriendinnetjes.

maandag 5 oktober 2009

Zo ist maar net

Maak je niet druk om de mensen uit je verleden
Er bestaat een goede reden waarom ze je toekomst niet gehaald hebben

Valkuil

Er zijn van die uitspraken, waarvan je op het moment dat je ze doet al weet dat het ooit tegen je gebruikt gaat worden. Of niet ooit, maar heel erg vaak.
Ook ik trap wel eens in die valkuil. En ja, als je dan een X hebt, dan kun je je vingers er op natellen dat hij daar wel raad mee weet.
Het ging zo.
Ik zing graag en veel. Vooral in de auto. Dus toen we een lange rit naar Roosendaal maakten kon ik los. En dat deed ik. Mijn repertoire is namelijk nogal breed, dus wat er ook voorbij komt, ik kan zowiezo het refrein meeblèèèren, maar een coupletje kan er ook meestal wel af. Op de terugweg, toen we al bijna thuis waren (dus na ruim 4 uren van mijn prachtige gezang), stonden we voor de brug te wachten terwijl ik weer even losging op een niet nader te noemen nummer. X draaide zich naar me toe, keek me lief aan en zei: 'jij kunt echt niet zingen hè meis". Dat was het eerste moment dat me duidelijk werd dat manlief niet geheel enthousiast was over mijn riedeltjes (en dat ie errug verdraagzaam was). Helaas voor X zit het zingen er nu eenmaal ingebakken en ging ik ook daarna vrolijk door (zij het met een iets lager volume).
Maar eerlijk is eerlijk. Ik zing niet alleen voor mezelf, maar ook omdat ik het toch wel erg leuk vind om te bewijzen dat ik de songteksten allemaal woord voor woord kan onthouden (tja, je wordt er niet rijk mee, maar het is toch best knap, toch?!). Dus toen X weer eens begon te morrelen over mijn keelcapriolen zonder enig respect te tonen voor mijn extreem goede (teiltje!) geheugen voor liedjes, viel ik in de valkuil. En naar later bleek viel ik hard, diep én plat op mijn gezichtje. "Anything you say can ánd will be used against you...."
Ik zei namelijk dat als X van me af wilde zijn, hij alleen maar hoefde op te merken dat ik de tekst goed kende. Tja, sindsdien heb ik dat natuurlijk menig maal gehoord.
Maar de klap op de vuurpijl was dit weekend. We lagen zaterdagochtend nog wat duf in bed en ik vertelde over het bedrijfsfeestje van die avond daarvoor. Do had voor ons gezongen. Je weet wel, Do, van dat liedje van Brian Adams, Do die eigenlijk gewoon Dominique heet, die verder geen noemenswaardige hits heeft gezongen en alleen maar covers van anderen deed, die Do dus. Om mijn verhaal enige luister bij te zetten, begon ik...
"Ooohoooo, once in you life you find someone..." En ik deed echt mijn best richting de rug van X die nog op zijn zij lag (oké misschien was de timing beroerd, de man was nét wakker, maar je bent jong en je wilt wat). Zonder beweging bromde hij met zijn nog niet gesmeerde ochtendstem; "Wat ken je de tekst toch goed, poppie". Geen ironie, geen glimlach in zijn stem. Gewoon gortdroog. Ik kreeg het punt. Stoppen, mond dicht, ssssst. En heeeeel hard lachen. Om mijn altijd adremme en scherpe X (met wie ik overigens ga samenwonen als mijn huis verkocht is!!!!)