donderdag 16 juli 2009

Van P pour sa femme!

Hij overvalt je in de dag
Met waanbeelden van verliefdheid
Van onzekere verheffing bovenal
Met een dreun die je niet verdient

Hij bevangt je in de nacht
Als je kortsluit in je verdriet
Vervreemd van wat je weet
Met een hart dat nog steeds bloedt

Hij zal er altijd zijn
Ook als je straalt in al je trots
Als het allemaal lijkt te lukken
Met je rots in de branding

Laat hem dat stuk van je hart maar nemen
Jouw hart is groot genoeg
Begeleid hem naar zijn plek en vind
Door alle verdriet ook alle rust

Tijd haalt je in
Tijd is er altijd
Tijd heelt alle wonden

Het is de hoogste tijd voor hij die niet genoemd mag worden.

maandag 13 juli 2009

Gaten in zijn hoofd

Hij heeft gaten in zijn hoofd. Zo voelt het, zegt ie vertwijfeld. En zo ziet het er ook uit op de hersenfoto's die zijn gemaakt. Zwarte vlekken tussen het wit. Zijn geheugen doet het nog maar voor 25%. De rest is hij kwijt.

Dus hij vergeet dat hij niet meer auto mag rijden. Hij wil zelfs een nieuwe auto kopen. En hij vergeet dat hij ziek is. Hij is niet ziek. Ze hebben het mis. Met hem is niks aan de hand. Helemaal niks.

Mijn pake heeft Alzheimer. De diagnose is nog niet zo lang geleden gesteld.
En we wisten wel dat er iets aan de hand was. Maar dat het al zo erg was hadden we niet in de gaten. Hij werd steeds zachtmoediger, liever, bijna vrolijk. En dat was nieuw. Zo kenden we pake niet. Meestal was hij wat norsig en serieus. En bazig. O wat was hij bazig. Hij en beppe hadden onderling zonder woorden een rolverdeling afgesproken en die hadden ze de 55 jaren van hun huwelijk zorgvuldig ingevuld. Beppe als volgzame, rustige, lieve vrouw. Pake als de leider, de baas. En dat beviel ze kennelijk allebei wel, terwijl wij zoiets hadden van, mwah.

En nu is alles anders. Pake lacht, pake bloost. Pake is aardig, knijpt niet meer in je hand als je hem schudt. Pake is de leukste versie van zichzelf. Als wij er zijn. Als we er niet zijn is hij boos en in de war. Snapt hij niet wat er aan de hand is. Hij twijfelt voor het eerst in zijn leven aan zichzelf. En beppe moet opeens aan de rem trekken. Dingen regelen, hem bijsturen. En beppe wil dat helemaal niet. Is er helemaal niet klaar voor om de rollen om te draaien. Alles wat hij, of beter gezegd zijn ziekte zegt, neemt ze serieus. Dus ze is bang en gestresst. En hij is bang en in de war.

Gaten in zijn hoofd. Gaten in zijn karakter. Pake is pake niet meer. Maar wel lief. En samen letten we een beetje op ze. Proberen we nog veel leuke dingen te doen. Want straks kan dat niet meer. Dan weet hij niet meer wie we zijn, wat we doen, hoe we heten. Zoals pake nu is, zo is hij echt, houd ik me maar voor. Dan heb ik straks, als ie echt weg is, nog een paar mooie herinneringen aan hem.

Liefdesjunk

Liefde is ingewikkeld. Dat zal ook wel de reden zijn dat we er nooit over uitgeschreven raken. In liedjes, gedichten, boeken. En nu dus ook in mijn blog. Ook vandaag weer gedachten over de liefde die ik graag aan het beeldscherm wil toevertrouwen. Om mijn gedachten te ordenen, en misschien om het eindelijk eens te snappen. Of is dat überhaupt onmogelijk, de liefde begrijpen?

Vriendinnetje, type leuk, heeft een eind gebreid aan haar relatie. Heel slim, als je het mij vraagt. Als je het haar een paar dagen geleden vroeg ook. Nu weet ze het niet meer. Ze mist hem zo, en hij is zo leuk. Of voelt ze zich gewoon alleen???
Lijkt een beetje op mijn verhaal. En dus zette het me [weer eens] aan het denken.
Wanneer weet je nou of je van iemand houdt om wíe hij is? Is het niet gewoon heel vaak zo dat we van iemand houden om wát hij is? De teddybeer, de veilige haven, gezelschap, de man die me het gevoel geeft dat ik mooi ben. Is het niet gewoon heel erg vaak zo dat we iemand geweldig vinden omdat hij ons geweldig vindt en ons daarmee naar een hoger level brengt? In de wolken zeg maar. En ja, met al die wolken in en om je hoofd zie je dan niet meer goed of hij eigenlijk wel zo leuk is.

Ik denk dat ik een duidelijk gevalletje was van -verliefd op de liefde-. De ex vond me geweldig en ik wist niet wat me overkwam. Van lelijk eentje opeens in de spotlights van een knappe man. Prachtig! Heerlijk! Ik kon de hele wereld aan. Ik was verliefd. Maar nu denk ik verliefd te zijn geweest op het gevoel dat hij me gaf. Op zijn aanbidding. En die mis ik dus ook wel eens. Maar verliefd op hem? Dat is de vraag. Ik keek niet tegen hem op, vond het geen geweldige vent. Hij was niet lief, niet zorgzaam, niet gezellig, niet geïnteresseerd. En dat wist ik allemaal al lang. En toch bleef ik. Voor altijd op zoek naar de roes van die verliefdheid. Het gevoel van het begin. Een eeuwige poging om high te worden van zijn aanbidding. En toen die aanbidding normalere vormen aannam, werd mijn hunkering naar een 'shotje' steeds sterker. De momenten dat ik ze kreeg steeds zeldzamer.
En ja, je weet wat ze zeggen, eens verslaafd, altijd verslaafd. En nu ben ik dus nog altijd op zoek naar een shotje aanbidding. Waar en hoe dan ook.

Voordeel is dat ik nu wel heb ontdekt hoe het is om echt verliefd op iemand te zijn, van iemand te houden om de persoon die hij is. Niet om de liefde die hij mij geeft. Heerlijk! En verwarrend. Want af en toe móet ik gewoon een shotje. Een shotje van toen, een shotje van nu. Waarom?

[ja, het eindigt toch weer met een vraag, en dus begrijp ik de liefde nog niet helemaal...wordt vervolgd dus]