donderdag 31 januari 2013

ACAB

Er zijn mensen die kaartjes vouwen van de labeltjes aan theezakjes. Of die cupcakes bakken tot ze erbij neervallen. Zelf had ik er tijdens mijn zwangerschap een handje van om de naaimachine aan het werk te zetten. Huisvlijt...het is er in alle soorten en maten. Altijd had ik er een knusse gedachte bij. Zag ik blije meisjes met een vrolijk gekleurde schort voor. Of omaatjes die in juli uren aan tafel zitten te priegelen om de kerstkaarten op tijd af te krijgen. Er hangt gewoon een zweem van gezelligheid om al dat geknutsel en getut.
Maar sinds vandaag weet ik dat het ook anders kan. Dat er ook sprake van huisvlijt moet zijn in donkere, grauwe kamers die waarschijnlijk blauw staan van de rook en waar gaten in de leren bank zitten omdat de Staffordshire Bull Terrier er zijn kaken in heeft geslagen omdat hij geen plakje leverworst kreeg. In huizen waar het behang wat bladdert en onbestemde vlekken zitten in de vloerbedekking. Waar de tuin in geen jaren een hark of schep heeft gezien en onkruid welig tiert.
Althans, dat waren de gedachten toen ik tijdens een wandeling met mijn kleine grote geluk een tekst op een muur zag. Het was een klein nisje bij een gebouw. Je moest opletten om het te zien. En toch had iemand de moeite genomen om daar een tekst achter te laten. "ACAB". All cops are bastards. Vrij vertaald: "De politie is stom..." Al is dat waarschijnlijk een te milde - knutseltutje, fröbeldame - vertaling.
De tekst an sich was geen echte verrassing. Er zijn zelfs volwassen mannen die deze vier letters in hun nek laten tattoeren. Of jongens die in een t-shirt met die tekst lopen. Nee, het ging om de manier waarop. Het was overduidelijk dat daar iemand - waarschijnlijk in het donker - had gestaan met een stuk papier/plastic/staal waar de letters uit waren gesneden en vervolgens met een spuitbus de boel had ingekleurd. Hij had het namelijk niet helemaal netjes gedaan en dus kon je de contouren van het vierkant nog ontwaren. En de letters....ze waren sierlijk. Gotisch bijna. Volgens mij kon je dat niet zelf uitknippen. Nee, hier was een handigerd aan de gang geweest. Misschien had hij het zelfs met een computerbestandje aangeleverd bij een professionele tekstenmaker...
Ik weet het niet. Maar ik werd er een beetje verdrietig van. De gedachte dat er niet achter elke deur tuttige, vrolijke meisjes wonen die eerst de keukenvloer soppen en daarna een leuk hoesje voor hun fotoboek haken. De gedachte dat er iemand ergens op een kapotte bank moet hebben gezeten, de tv keihard op MTV, met de Staffordshire Bull Terrier aan zijn voeten...onderwijl denkend over een manier waarop hij gemakkelijk die agressieve tekst zou kunnen verspreiden, zonder dat hij telkens met de spuitbus moest proberen een beetje netjes vier letters op te schrijven.
Ik zag hem al bijna zitten. Die zielige, bozige man die niks beters te doen had. En stiekem bedacht ik een vrolijk meisje met een bloemetjesschort te midden van die donkere, viezige kamer. Ze ging haar cakejes bakken en de zielige bozige man was niet meer zielig. Hij at cupcakes en hielp zelfs stiekem ze te versieren. Als grapje met de letters ACAB. Maar die slikte zij er gauw af toen hij even niet oplette.

zondag 27 januari 2013

Vals

Toen X en ik elkaar nog ontdekten en eigenlijk alles geweldig aan elkaar vonden. Toen we ons alleen al gelukkig voelden omdat de ander bestond. Toen het voelde alsof we konden leven van de liefde alleen. Toen zaten we een keer in de auto. Vol vlinders en vol vertrouwen deed ik wat ik altijd doe. Meezingen met de radio. De hele weg naar Roosendaal. En dat is een eind kan ik je melden. En terug ging het die dag niet veel anders. Ik zong dat het een lieve lust was en verbaasde me over al die geweldige liedjes op de radio waar ik ook nog eens de tekst van kende.
X zat naast me en legde zo nu en dan zijn altijd warme hand op mijn been. Ik had een topdag. Totdat we bij een brug moesten wachten. We waren bijna thuis. X ging een beetje verzitten en keek me eens aan. Vlak na een mooie uithaal, weet ik nog. Iets Alicia Keyserigs geloof ik. Hij zei - heel voorzichtig - "Jij kunt echt niet zingen he". En ik wist dat hij gelijk had. Al klinkt het in mijn hoofd nog zo mooi. Ooit, in de pubertijd, had ik mijn stem opgenomen op een cassettebandje. En dat klonk niet best. Ergens onderweg was ik het vergeten. En nu had X - die ik best nog een beetje wilde versieren - dus bijna 5 hele lange uren naar mijn valse gekraai geluisterd. Zonder tussentijds commentaar. Zonder zuchten, steunen of andere non-verbale hints dat het genoeg was.
Gelukkig wilde hij wel een dealtje sluiten dat inhield dat ik mocht blijven zingen...als ik maar nooit met Idols mee zou doen. Goeie deal, dacht ik nog. Kon ik tenminste lekker blijven zingen. Maar sindsdien is dat zingen toch anders. X voelt zich vrijer om me gewoon eens uit te lachen als het echt TE vals is. En ik ben me eigenlijk altijd bewust van mijn rare geluidjes.
Maar nu is er een nieuwe grote liefde. En hij is of net zo lief als zijn vader, of hij hoort nog niet zo goed, of hij heeft gewoon verstand van muziek. Want hij luistert naar mijn gezang en hij lacht. Hij wordt er rustig van. En zojuist...een half uurtje geleden, lag hij nog op mijn arm. En ik zong. Alles wat ik me maar kon bedenken. Van Kinderen voor Kinderen (uit de jaren tachtig, toen het nog leuk was) tot Slaap kindje slaap. Zelfbedachte teksten en hier en daar wat geneurie. In het schemerdonker keek hij naar me. Zijn oogjes glinsterden. Hij lachte wat achter zijn speentje. En toen deed hij die prachtige oogjes van hem dicht. En hij sliep. Hoe vals het ook was. Hij sliep.
Ik heb een fan! Een nieuwe reden om heerlijk te blijven zingen en stiekem af en toe te denken dat het toch best mooi klinkt. Dus dat doe ik.