Ik ben een tegelkind. Een kind van een tegelman. Mijn hele leven heb ik aan tafel nooit anders gehoord dan over tegels en tegelzetters. Geen tegels voor buiten, tegels voor binnen. En nee, dat noem je geen plavuizen. Ik niet.
Mijn vader en broer kunnen alles maken met tegels en dat vervult mij met trots. Nou ja, bijna alles.
Vroeger, toen ik net ongesteld was en daar de nodige buikpijn van ondervond, wist mijn vader soms niet wat hij daar mee aan moest. Mijn vader is het type, stoer en sterk maar kom níet aan zijn dochter, dan is het een watje eerste klas. Dus als ik weer eens buikpijn had zocht hij, zoals een echte man betaamt, naar oplossingen.
Ik kan me nog goed herinneren dat hij dan vaak zei; kon ik maar een buik van tegeltjes voor je maken. En dan lachten we even naar elkaar.
Zo lief. Zo'n vader die het liefst een buik van tegeltjes maakt voor zijn kleine meisje. Ik zag het dan ook al helemaal voor me. Een buik met allemaal mozaiekjes en nooit meer pijn. Maar ja, dat kon ie dus net niet voor me regelen.
Een mooie badkamer, een mooie tegelvloer, een mooie keuken. Dat alles heeft hij wel voor me geregeld. En nog veel meer lieve dingen. Ik heb er in ieder geval een tegelhart aan overgehouden.
En als ik nu nog wel eens last heb van de rode vlaggetjes week denk ik aan mijn vader en zijn tegeltjes. Het had toch best handig geweest. Zo'n buik van tegeltjes. Maar gelukkig staat die buikpijn voor iets potentieel moois. Kleinkinderen voor mijn lieve vader. Die vast een geweldige opa zal worden. Opa Tegel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten