Wat kon mij die ouwe meuk schelen. Ik ging voor de kerken en musea. Oude gebouwen, ruines, ik heb er niks mee. Totdat ik met vriendlief ineens in het Colosseum rondliep. Holy Guacamoly, dat was wat! Zo'n enorm gebouw en zo oud. Met mijn ogen halfdicht en mijn gedachten bij die heerlijk foute serie Spartacus, zag ik ineens voor me hoe de oude Romeinen hier hun slaven een gebouw van jewelste uit de grond lieten stampen.
Tijdens de 'hop-on hop-off' tour vertelde de mevrouw in de koptelefoon over een ander theater dat door één of andere rijke pief voor zijn neefje was gebouwd. Doe mij zo'n oom zeg! Moet je je voorstellen wat voor tijden het moeten zijn geweest. Tijden van groot-groter-grootst. Tijden van pracht en praal en rijkdom. Tijden van onbegrensd denken en onmetelijke dromen. Niks 'doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg' en al helemaal geen 'less is more'. De kunst van het weglaten was onbekend. Was er nog een vierkante centimeter over, dan kon daar nog best een stukje bladgoud. Nog een hoekje naast een wandschildering van jewelste? Doen we daar toch nog een leuk engelenhoofdje? Hangt dat beeld daar wat allenig, geen punt, we hangen er gewoon een tiental gouden bloemen omheen. 'Hé Flavius, zie je dat hoekje daar links boven het altaar? Wel wat saai he?! Ik stel voor dat we daar nog een paar weken aan schilderen en er een beeltenis van de heilige maagd Maria aan toevoegen, wat jij?'
Moet je nu eens om komen. Loop de eerste de beste, vers uit de grond gestampte 'samen op weg' kerk binnen en je waant je in een crematorium uit de jaren tachtig. Systeemplafonds, bakstenen muren en gewapend glas. Zelfs geen glas-in-loodje meer te bekennen. En dat noemen ze vooruitgang. Als lichtbakreclame aan de gevel van een kerk vooruitgang is, ben ik malle pietje.
Als ik langer nadenk over de kerkenevolutie, zou ik bijna pleitbezorger van de herinvoering van de slavernij worden. Bijna...namelijk voor zover slavernij staat voor de grote verschillen die er kunnen en mogen bestaan tussen mensen. Die verschillen maken immers dat het niet meer riskant is om je kop boven het maaiveld uit te steken. Die wordt dan niet afgehakt, want als je je nek uitsteekt zie je meer mensen die dat doen en kun je groots denken en dromen zonder dat je met de nek wordt aangekeken. We moeten ophouden te streven naar gelijkwaardigheid en de mensen prijzen die net ietsje meer gelijk zijn dan wij. Grootsheid moet gestimuleerd worden. Zodat over honderden jaren de harten van archeologen ook sneller gaan kloppen als ze de wederopstandingskerk uit Leeuwarden opgraven en ze niet teleurgesteld hoeven te raken over het zoveelste systeemplafonnetje. Ik zeg; More is more!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten