Het is een zeldzaam verschijnsel; Fem die zich vertoont in een van de provicie hoofdstedelijke kroegen. Maar gisteren (of eigenlijk de eerste uurtjes van deze dag) was het dan toch weer eens zover. Ik had mijn kekke hakskes aangetrokken, een shirtje dat net iets meer Fem liet zien dan de gemiddelde koltrui en het haar was grondig in model gekneed. De oorlogskleuren zaten keurig op hun plek geschminkt en het humeur was opperbest. Klaar voor de strijd! Ergens in mijn brein had zich een nieuw kronkeltje ontwikkeld. Dat kronkeltje zorgde voor voorpret en gaf me het idee dat ik iets had om me op te verheugen. Het zou een topavond worden. Vrolijk reed ik in mijn nieuwe bakkie de stad in, met vriendinnetje Y aan mijn zij. Ook haar strijdtenue was zeer geslaagd. We waren er helemaal klaar voor.
Enige tijd later tref ik mezelf aan in de spiegel die achter de bar hangt. Halloohooo, is dat nu dat meisje dat me drie uur geleden nog zo leuk en stralend aankeek in de badkamerspiegel? Ik herken haar niet. Waar is die verwachtingsvolle, fleurige blik gebleven? Geen idee, maar ergens vannacht maakte mijn brein een nieuwe kronkel. Een kronkel richting het besef dat ik niet gemaakt ben voor het uitgaansleven. De kronkel die me er weer even fijntjes aan herinnerde dat een bezoekje aan de kroeg hetzelfde is als een film voor de tweede keer bekijken. De acteurs zijn hetzelfde en ze spelen gewoon weer dezelfde rol. Dus weer zag ik Bobby, bekend van de handdans (een dansje waarbij je hand in hand naast elkaar gaat staan en de armen wat heen en weer zwaait; compleet doelloos, maar je moet wat als je teveel bier drinkt en eigenlijk weinig anders te doen hebt) en van zijn waterige oogjes. En weer zag ik teveel mannen die hun jassen nog aan hielden en een ketting over hun trui droegen. Zelfs de barman deed nog steeds zijn treurige trucjes met gratis shotjes voor wat extra aandacht.
En ook ik verviel als automatisch weer in mijn oude rol. Lol makend en dansend met mijn lieve vriendinnetje, maar onderwijl met ogen in mijn achterhoofd. Want dat iedereen in een straal van twee meter om ons heen ons in de gaten hield, kon me niet ontgaan. De starende, dronken blikken van het manvolk, afgewisseld met een vijandige blik van dames met hun namen aan een gouden kettinkje, maakten dat ik me niet echt op mijn gemak voelde. Helaas kon die alerte houding niet voorkomen dat één of andere treurige kerel zijn hand veel te lang en vervelend aan mijn derriere te goed deed. BAM!!! Explosie in mijn hoofd; 'houd je handen thuis' schreeuwde ik hem toe, zonder te weten wie precies de dader was. Om vervolgens in de ogen van een enorme creep te staren. Boos, verontwaardigd, maar nog steeds keurig in mijn rol, laat ik na hem een dreun voor zijn kop te geven. Hij had het verdiend. Maar ik blijf dat ietwat bange, voorzichtige meisje, dat zich geen raad weet in het uitgaansleven en al helemaal niet met mannen die duidelijk onder invloed van het een of ander zijn. En dus sla ik niet. Doe ik niks. Sta ik daar maar beteuterd te bedenken dat het thuis leuker is. Om vervolgens mijn autosleutels op te graven en naar huis te rijden met het idee dat mijn portie heb gehad. Uitgaan is net als Forrest Gump. Iets waar je met een blij hart eens in de zoveel tijd best eens naar wilt kijken, maar waarbij je telkens vergeet dat Jenny aan het eind van het verhaal doodgaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten