Hij zegt dat hij stiekem nog wel eens hoopt dat er post van haar komt. Ik zeg dat post niet vier jaar onderweg is en voel me gemeen. Iets zeggen wat hij natuurlijk ook wel weet is hard in deze context. Maar ik zeg het niet om hem pijn te doen. Ik zeg het om de stilte te doorbreken, om hem te troosten. Maar ook omdat ik de woorden niet kan vinden om de pijn te verzachten.
Vier jaar geleden stierf zijn moeder. Niet door een nare ziekte, niet door een ongeluk, maar omdat ze dat zelf wilde.
Sindsdien wacht hij op post. Een brief waarin ze vertelt waarom ze niet meer verder kon. Een brief waarin ze schrijft dat het niet aan hem lag en dat ze van hem houdt en trots op hem is. Natuurlijk zit hij niet meer elke dag vol verwachting op de postbode te wachten. Maar net na haar dood was hij er van overtuigd dat die brief zou komen.
Maar die brief kwam niet. En die brief zal ook niet meer komen. Nooit zal hij precies weten wat er in haar omging. Hij heeft zich zoveel afgevraagd, zoveel verklaringen bedacht. Zoveel verzachtende omstandigheden aangedragen. Want de gedachte dat je moeder zo ongelukkig was dat ze niet meer verder kon is verschrikkelijk. Het is een last die hij en zijn zus altijd zullen blijven dragen. Dag in dag uit.
Maar als er dan weer een jaar voorbij is, doet het even extra pijn. Weer een jaar voorbij waarin hij van alles heeft beleefd dat hij niet met haar kon delen. Weer de herinneringen aan die dag van toen. Weer de beelden in je hoofd van haar, zoals je haar kende, mama, zoals ze vroeger was.
Ik slik. Voel de pijn, maar toch ook niet. Ik heb niet de illusie dat ik weet wat het met je doet als je dit meemaakt. Maar ik zie het aan hem en ik weet het van zijn zus.
Ik kende haar niet, maar heel soms ben ik een beetje boos op haar, snap ik er niets van als ik naar X zijn verdriet kijk. Er was zoveel om voor te blijven of op zijn minst voor te schrijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten