Daar komt hij voorrijden. Ik ken hem niet, maar zijn auto verraadt dat hij het moet zijn. Een grote Zweed op hoge poten. Type PC Hooft-tractor. Hij stapt uit, mapje onder zijn arm, jasje nonchalant open. Daadkrachtig schudt hij mijn hand en lacht hij zijn frisse gezicht bloot. Hij meet even wat dingetjes op en zegt dat het makkelijk moet kunnen. Dan maakt hij nog wat conversatie, zoals het hoort. Stukje klantenbinding, doet ie leuk.
Als hij weg is, weet ik dat er een raam mag komen waar nu een deur zit. Ik zou blij moeten zijn dat hetgeen ik bedacht heb ook praktisch uitvoerbaar is. Ik zou me kunnen verheugen op een nog prettiger huis. Maar ik ben leeg. Gesloopt. En hij is geen vijf minuten binnen geweest.
Het komt niet door hem. Het is zijn energie. Twee-en-half jaar van mijn leven heb ik doorgebracht met iemand met dezelfde baan, dezelfde dikke bak, dezelfde handige maniertjes, en dezelfde map onder zijn arm. En nee, natuurlijk stond niet hij hier in de kamer. Maar even leek hij heel dichtbij. Als communicerende vaten nam zijn energie toe en daalde die van mij tot rond het vriespunt.
Een paar uurtjes, wat filmpjes van de New Kids, een potje tennis, een blauwe kont (thanks mattie) en een diepe zucht later schuifel ik in ons nieuwe huis de trap op naar X. Hij ligt al lekker in bed en ik kruip in mijn tenniskloffie lekker tegen hem aan. De nare energie is nergens meer te bekennen. Ik kus zijn gezicht plat, stop hem lekker in en sluip weer naar beneden. Vervuld van bakken positieve energie, van hoop, liefde en bergen geluk. Even waaide er een koud briesje uit het verleden door mijn huis en hart, maar nu voelt het gelukkig weer alsof het hartje zomer is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten