zondag 27 januari 2013

Vals

Toen X en ik elkaar nog ontdekten en eigenlijk alles geweldig aan elkaar vonden. Toen we ons alleen al gelukkig voelden omdat de ander bestond. Toen het voelde alsof we konden leven van de liefde alleen. Toen zaten we een keer in de auto. Vol vlinders en vol vertrouwen deed ik wat ik altijd doe. Meezingen met de radio. De hele weg naar Roosendaal. En dat is een eind kan ik je melden. En terug ging het die dag niet veel anders. Ik zong dat het een lieve lust was en verbaasde me over al die geweldige liedjes op de radio waar ik ook nog eens de tekst van kende.
X zat naast me en legde zo nu en dan zijn altijd warme hand op mijn been. Ik had een topdag. Totdat we bij een brug moesten wachten. We waren bijna thuis. X ging een beetje verzitten en keek me eens aan. Vlak na een mooie uithaal, weet ik nog. Iets Alicia Keyserigs geloof ik. Hij zei - heel voorzichtig - "Jij kunt echt niet zingen he". En ik wist dat hij gelijk had. Al klinkt het in mijn hoofd nog zo mooi. Ooit, in de pubertijd, had ik mijn stem opgenomen op een cassettebandje. En dat klonk niet best. Ergens onderweg was ik het vergeten. En nu had X - die ik best nog een beetje wilde versieren - dus bijna 5 hele lange uren naar mijn valse gekraai geluisterd. Zonder tussentijds commentaar. Zonder zuchten, steunen of andere non-verbale hints dat het genoeg was.
Gelukkig wilde hij wel een dealtje sluiten dat inhield dat ik mocht blijven zingen...als ik maar nooit met Idols mee zou doen. Goeie deal, dacht ik nog. Kon ik tenminste lekker blijven zingen. Maar sindsdien is dat zingen toch anders. X voelt zich vrijer om me gewoon eens uit te lachen als het echt TE vals is. En ik ben me eigenlijk altijd bewust van mijn rare geluidjes.
Maar nu is er een nieuwe grote liefde. En hij is of net zo lief als zijn vader, of hij hoort nog niet zo goed, of hij heeft gewoon verstand van muziek. Want hij luistert naar mijn gezang en hij lacht. Hij wordt er rustig van. En zojuist...een half uurtje geleden, lag hij nog op mijn arm. En ik zong. Alles wat ik me maar kon bedenken. Van Kinderen voor Kinderen (uit de jaren tachtig, toen het nog leuk was) tot Slaap kindje slaap. Zelfbedachte teksten en hier en daar wat geneurie. In het schemerdonker keek hij naar me. Zijn oogjes glinsterden. Hij lachte wat achter zijn speentje. En toen deed hij die prachtige oogjes van hem dicht. En hij sliep. Hoe vals het ook was. Hij sliep.
Ik heb een fan! Een nieuwe reden om heerlijk te blijven zingen en stiekem af en toe te denken dat het toch best mooi klinkt. Dus dat doe ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten