donderdag 27 januari 2011

Boos

Ik ben boos. Gewoon boos, geirriteerd, prikkelbaar. En ik moet niet eens ongesteld worden. En toch zit er een gigantische frons tussen mijn wenkbrauwen en hangen mijn mondhoeken bijna voorbij mijn kaaklijn. Wanneer is het begonnen? Waar komt die boosheid vandaan? Is het iets tijdelijks, een oprisping van het vluchtige soort of gaat het om een sluimerende woede die al langer in mijn huist en nu ineens zijn weg naar mijn gezicht, mijn onderbuikgevoel en mijn bloeddruk heeft gevonden?

Ik hoop het eerste maar vrees het laatste. Ik ben boos over Jan Kooijman die op televisie zit te verkondigen dat hij een baby krijgt nadat ik eerst de 12-weken echo van één of andere suffe soapacteur heb zitten bekijken. Boos omdat vriendinnetje W al zo ontzettend lang, zo ontzettend graag een kindje hoopt te krijgen en maar nooit een keer geluk heeft. Ik ben boos omdat Mirko dood is. Natuurlijk kon ik op mijn vingers natellen dat hij niet ineens weer bij zijn ouders op de stoep zou staan en natuurlijk heb ik de afgelopen dagen niet telkens aan hem gedacht. Maar dat er één of andere vader! in Duitsland is geweest die het arme, prachtige jongetje heeft gedood en daarna ook nog eens zo stom is om de auto waarin hij destijds reed in Nederland te verkopen, dat maakt me zo boos. Mijn bloed kolkt bijna als ik dan ook nog denk aan Sahar. Dat mooie meisje uit het asielzoekerscentrum dat heel kort heeft gedacht dat ze gewoon kon blijven voetballen in Nederland en niet terughoefde naar een voetballoos Afghanistan, maar nu weer tussen hoop en vrees moet leven omdat minister Leers het nodig vindt om in hoger beroep te gaan tegen de verleende verblijfsvergunning. Ik wordt misselijk van kwaadheid als ik nadenk over alle tijd en geld die al in de politiemissie naar het geboorteland van Sahar is gestoken, zonder dat er ook maar één agent voet op zanderige bodem heeft gezet. En terwijl ik dit typ bijt ik mijn onderlip bijna stuk van frustratie als ik nadenk over het verband tussen het hoger beroep van Leers en de discussie over politie in Afghanistan. Hallo Den Haag!!! Als we het te link vinden om onze politiemannen met wapens naar dat land te sturen, dan kunnen we toch niet serieus vinden dat een totaal ingeburgerd 14-jarig meisje na 8 jaar weer terugmoet naar die woestijn vol bermbommen? Ben ik nou zo slim of zijn jullie nou zo dom?

En dan kijk ik even omhoog naar de televisie en zie ik een fragment van La vita é bella en spontaan klaart de frons een beetje op en betrap ik mezelf op een minuscuul barstje in mijn schild van boosheid. Een film die ik niet kan zien zonder voortdurend te glimlachen om vervolgens de zoute tranen van ontroering en verdriet van mijn wangen te vegen. Een film die zó boos zou kunnen maken, maar dat toch niet doet. Omdat de liefde van de vader voor de zoon dwars door alles heen gaat. Omdat de moed en het optimisme overtuigend en aanstekelijk zijn. En opeens, door mijn boosheid heen, voel ik het nu ook. Dat glimpje zon dat altijd weer om de wolken heen weet te piepen. Dat straaltje warmte dat de kilte in mijn hart een stukje ontdooit. Vriendin W is geen moeder, maar heeft een liefdevol huwelijk. Mirko is niet meer en dat is ruk. Maar er is ontzettend veel van hem gehouden. Sahar zit in onzekerheid, maar haar hele school leeft met haar mee. De politiemensen moeten misschien tegen wil en dank naar Afghanistan, maar ze zullen gemist worden. En hoe boos of chagerijnig ik ook ben... X houdt altijd nog wel een heel klein beetje van me.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten