maandag 1 februari 2010

Nacht

Het is al zo lang geleden. Maar ineens ben je er weer. En je bent zoals ik zou willen dat je was. Zoals ik had bedacht dat je was, voordat ik ontdekte dat mijn mensenkennis me totaal in de steek had gelaten. Je begrijpt me ineens. Je bent eerlijk en zegt dat het niet erg is. Dat jij het zo verkeerd had ingeschat en dat je daar nog iedere dag spijt van hebt. We omhelzen elkaar. Het is goed zoals het is. Jij hebt een nieuw en ander leven. En ik ook. We wilden het ooit zo graag, maar de wil is weg. We weten dat we niet bij elkaar pasten en dat is niet de schuld van één van ons. We nemen afscheid, met een klein steekje in ons hart. We wensen elkaar het allerbeste. Ik voel me gelukkig en loop weg... op weg naar waar ik hoor, op weg naar X.

Dan doe ik mijn ogen open. Verdorie, moet ik alweer plassen?!
Ik loop slaapdronken naar de badkamer en voel me verward. Het was net echt, alsof ik hem een paar seconden geleden nog zag, voelde, rook en hoorde. En nu zit ik hier met halfdichte ogen te plassen in mijn nieuwe huis, met mijn lief in diepe slaap op tien stappen afstand. Hoe kan dat nou? Waarom kwam je ineens tevoorschijn? Waarom nu?
Dromen zijn bedrog. Dat wist ik al voordat Marco B daarover zong. Maar ze hebben natuurlijk wel een functie. Ik voel de laatste tijd al meer en meer dat ik het verleden heel langzaam achter me begin te laten. Dat het leven weer meer om nu draait en minder om toen. Misschien kwam je gewoon even afscheid nemen... Misschien helpt mijn droom me met verwerken. Ik hoop het...nu meer dan ooit. Want het heden is zo leuk... Een heden waarin al mijn meisjesdromen stuk voor stuk uitkomen... Dus ach, als je 's nachts nog eens een stukje droom nodig hebt. Prima...overdag heb ik echt geen plek meer voor je.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten