Ik kroop wat rond. Ging gebukt onder een gebrek aan vleugels en aan wind. Voelde me klein, onzeker en treurig. Bang voor weer een aanval, bang voor pijn. En toen, opeens begon die situatie letterlijk aan me te knagen. Ik ontwikkelde een veilig cocon om me heen. Om me te beschermen tegen alle pijn en verdriet die mij ten deel was gevallen. Ik trok me terug uit die wereld. En leefde voor mezelf. Voor mijn ontwikkeling en geluk. Ik moest er het beste van maken.
Even voelde dat goed. Een veilig omhulsel. Maar langzaam maar zeker ontworstel ik me aan mijn cocon. Net als bij een rups duurt het lang voordat ik me van mijn oude huid kan ontdoen. Het knelt, zit me veel te strak. Het beperkt me in mijn vrijheid. Het ontneemt me mijn geluk. Maar het moet eraf. En ik moet elk laagje zelf wegpeuteren. Stapje voor stapje lukt het me. Krijg ik meer lucht. Meer ruimte. Meer geluk.
Over een poosje. Als ik me van alle ballast uit het verleden heb ontdaan, fladder ik als nooit te voren door het leven. De vlinder in mij ontwaakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten