Het einde van de werkdag nadert. Het gebouw loopt al langzaam leeg. De stilte neemt toe. Alleen het geluid van de rubber zolen van de schoonmaakster en de dweil over de vloer van de gang. De klepperende lamellen. Verder stilte.
Hoe stiller en kalmer, hoe voller mijn hoofd. Langzaam gebeurt het weer en stromen de gedachten naar binnen.
Gedachten over toen. Verwarring. Onbegrip. Verdriet. Een knoop in mijn buik. Gedachten die ik best eens wat minder zou willen hebben. Maar op een of andere manier lukt dat nog niet zo best.
Het is zo gek. Het is mijn hoofd en ik ben er niet de baas. Ik wil niet meer stilstaan bij het verleden. Het boek mag dicht en in het onderste laatje. Maar waarom lukt dat niet? Kennelijk roep ik toch steeds dingen op in mezelf. Is het verwerking? Of gewoon zelfkwelling?
Ik zet mijn koptelefoon maar weer eens op en probeer nog wat te werken. Uit de speakers knalt een liedje van The Fray. Beetje sip en somber. Roept gevoelens op. Alweer van toen. Het is overal, in alles zit een herinnering. Of een linkje naar een herinnering. Leuk, van die handige hersens...
Dan zie ik in mijn rechter ooghoek mijn telefoon oplichten. Het is X. Hij laat me weten dat hij trots op me is, dat hij aan me denkt en dat hij er altijd voor me is. Wat heb ik een geluk met zo'n man. Nu is het tijd om dat geluk eens wat bewuster te beleven. Om te leven in het nu.
Vanavond zet ik de eerste stap richting het onderste laatje. Hoop ik de linkjes één voor één door te kunnen knippen. De rugzak te verlichten. Ietsje bang, maar vol vertrouwen stap ik straks op de fiets naar huis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten