vrijdag 12 maart 2010

Meisjes

Ik zie haar zitten en zeg zacht tegen de televisie; "Och meisje toch". Ze laat zien hoe ze elke nacht aan een zak met voeding vastzit via een slangetje in haar borst. Dapper trekt ze haar jurk omhoog en toont ze haar stoma, met daarnaast een jaap in haar buik van boven tot onder. Ietwat cynisch zegt ze dat haar lichaam altijd haar instrument was en dat ze eigenlijk een prachtige buik had. Tja, die zou ze wel heel graag terug willen hebben. Ze zegt het met berusting. Want een strak buikje is wel het laatste waar ze zich druk om maankt. Ze gaat toch dood. Darmkanker.

Ik zie haar zitten aan de andere kant van mijn tafel en denk af en toe: "Och, meisje toch". Amper vijftig kilo, het lichaam van een kind. Maar officieel volwassen. En ze zegt het niet, maar ik weet dat ze in haar korte leven al meer nare dingen heeft gezien dan de meeste mensen in een heel leven. Ze kent hier niemand en daarom wilde ze mij leren kennen. Om meisjesdingen te doen. Lekker shoppen of gewoon samen eten. Later, als alles beter is, wil ze advocaat worden. Nu maakt ze zich vooral zorgen om haar veiligheid.

"Och meisje toch." Denk ik als ik in de spiegel kijk. Wat ben je toch een akelige tuttebol! Altijd maar zeuren over de lellende vellen op je buik. Altijd maar rondzeulen met de gevolgen van een nare tijd. Tuurlijk, ieders eigen pakje draagt het zwaarst. Maar er zijn zoveel meisjes die het 1000 maal slechter hebben dan ik. En het is heel erg goed om daar van doordrongen te zijn.

"Meisje, meisje, tel je zegeningen".... Zoiets zou mijn oma zeggen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten