Daar staat hij. In de kamer van hun mooie appartement. Zoals altijd in zijn geruite colbertje met zijn saaie grijze broek. Die broek die hij de laatste tijd steeds hoger optrekt, zodat je af en toe zijn beige sokken ziet. Dat colbertje wat net iets vaker in de was zou mogen, maar wat hij geen dag kan missen. Ze zegt tegen hem dat hij even opgenomen moet worden in het ziekenhuis, voor onderzoek. Maar dat het gewone ziekenhuis vol is en hij daarom wordt opgenomen in een dependance. Hij weet al een jaar niet meer wat waar en niet waar is en gelooft dus wat ze zegt. Hij zegt dat hij zijn best zal doen om snel beter te worden. En hij breekt haar hart daarmee, zonder dat hij het zelf doorheeft.
Ze pakken zijn spulletjes en zetten hem naast zijn schoonzoon voor in de auto. Dan kan hij lekker om zich heen kijken terwijl ze een rit van minstens veertig kilometer moeten maken. Met een zwaar gemoed en tranen die achter haar ogen branden stapt zijn dochter dapper achterin. Naast haar moeder. Ze knijpen elkaar onderweg even in de hand en proberen niet aan hem te laten merken dat ze op dat moment met zijn allen een enorme stap aan het zetten zijn. De stap naar zijn laatste halte.
Ze vertellen hem niet dat hij vannacht zijn laatste nachtje thuis heeft doorgebracht en dat hij daar nooit meer terug zal komen. Ze vertellen hem niet dat hij nooit meer een nacht naast zijn vrouw zal slapen. Nee, ze praten onderweg over het weer. En over dat het zo'n mooi stille auto is. Hij zegt dat hij de nieuwe Skoda van zijn oudste kleinzoon zo mooi vindt en dat hij erover prakkiseert om zelf ook eentje te kopen. Normaal zouden ze het irritant vinden dat hij voor de honderdduizendste keer weer over die auto begint, maar nu wordt de brok in hun keel er alleen maar groter van. Hun man, papa, mijn pake zal nooit meer auto rijden. Zal misschien zelfs nooit meer fietsen. Zal nooit meer door zijn eigen huis scharrelen en nooit meer midden in de nacht de bekende route naar zijn keuken schuifelen om ontbijt te maken omdat hij denkt dat het ochtend is en hij naar zijn werk moet. Zal zijn - waarschijnlijk laatste - verjaardag morgen niet thuis vieren, maar tussen wildvreemde mensen op een plek waar niemand zijn verjaardag zou willen vieren.
Hij gaat naar zijn laatste halte. Eindstation Alzheimer. Wilt u bij het uistappen niet vergeten uw bagage mee te nemen? Voor een voormalig conducteur zijn het bekende begrippen. Maar gelukkig begrijpt hij er nu even niets van. Gelukkig beseft hij niet dat er geen weg terug is. De trein stopt hier.
Het lijkt wel of je naast beppe en mij op de achterbank zat, mijn hart brak met je verhaal. Was het maar een verhaal en was het einde maar "eind goed al goed" maar het lijkt wel een boze droom waar we in terecht zijn gekomen.
BeantwoordenVerwijderenToch moeten we er met elkaar maar wat van zien te maken. Bedankt voor je mooie woorden lieve meid. Je moeder.