Ik zit weer lekker onderuitgezakt in de stoel bij mijn ouders. Papa ligt net als vroeger even languit op de bank voor de televisie. Mama is in de weer met kopjes thee. Ik ben thuis.
Papa vraagt hoe het met me is en ik leg uit dat de dokter me zo goed doorzag toen hij vaststelde dat ik stabiliteit waarschijnlijk nooit zo mijn sterkste punt is geweest. Onder de indruk van zoveel mensenkennis, vertel ik over het gesprek. Hoe kon die man toch weten dat bij mij de pieken tot de hemel rijken en de dalen gitzwart en eindeloos kunnen voelen gedurende een paar minuten? Hoe kon die man weten dat het bij mij nooit kabbelt, maar altijd intens is? Of zou hij slechts gedoeld hebben op het feit dat ik nooit zonder zijwieltjes kon en in die zin ook al de nodige stabiliteit ontbeerde in mijn jonge(re) jaren?
Papa was nooit zo'n prater over gevoelsdingen. Als hij vroeg; "Hoe is het met je?" Beantwoorde hij de vraag altijd al in dezelfde ademtocht met: "Goed natuurlijk!" Niet omdat het hem niets kon schelen hoe het werkelijk met me ging, dat niet. Het was gewoon zelfbescherming, want volgens mij kan mijn vader er helemaal niet tegen als het eens even ietsje minder goed gaat met zijn meissie. Heel lief dus. Het maakte me ook nooit zoveel uit dat hij er niet dieper op in ging. Ik snapte het wel en speelde het spel wel eens mee. Wilde hem niet bezorgd maken en hield me groot op sommige momenten. Uit liefde en omdat ik er ook niet tegen kan als het met hem niet zo goed gaat. Ik snap het.
Nu maakte hij weer even zo'n move door mijn karakter van extremen te omschrijven als: Soms ben je gewoon heel erg vrolijk en op de andere momenten ben je gewoon vrolijk. Mijn moeder lacht als ik reageer door te zeggen dat ik soms ook wel eens heeeeeeel verdrietig ben. Papa fronst.
Maar papa gaat met zijn tijd mee. En hij heeft nagedacht over de dingen die spelen in mijn leven. Over hoe ik in elkaar zit. En als er eentje is die mij kan snappen, dan is hij het wel. Volgens mij lijken we ontzettend op elkaar, alleen is hij er al iets beter in getraind om aan de buitenkant superstabiel te lijken. En hij is er een ster in om zijn leven zodanig in te delen dat er weinig dingen op zijn pad komen die voor instabiliteit zorgen. Vakantie? Altijd naar hetzelfde plekje... Vissen? Altijd op hetzelfde stekje... Net als ik, creëert hij zijn eigen veiligheid.
Nu gaat hij ineens zomaar wat dieper op het onderwerp in. Hij legt me uit dat hij denkt dat ik moet leren accepteren dat ik niet alles (aan)kan. Het gaat om acceptatie. Dat zegt hij. Een zin die ik nooit had verwacht uit zijn mond te horen, maar juist daarom geloof ik hem.
Accepteren dat ik van Himmelhoch jauchztent bis zum Toten Betrübt (als je dat zo schrijft) ga is gelukkig niet zo moeilijk. De Himmel is namelijk wel heel erg hoog en ook heel erg vaak aanwezig de laatste tijd. En ach, dat Betrübte gedoe, dat hoort erbij en kan ook binnen vijf minuten over zijn. Het geeft het leven sjeu...maakt er een woeste wildwaterbaan van en geen saai kabbelend beekje. X houdt van raften... dat komt goed uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten